Beleggers waren donderdag niet te spreken over de halfjaarcijfers die Ahold
publiceerde. Ondanks de toezegging van topman John Rishton dat de
winstmarge, zoals eerder beloofd, dit jaar tussen de 4,8 procent en 5,3
procent van de omzet zal uitkomen.

Het aandeel Ahold noteerde dinsdagochtend ruim 4 procent lager.

De zorg van beleggers komt mede voort uit het kantelende beeld rond de twee
peilers waarop Ahold rust. De Amerikaanse supermarktketens Stop & Shop
en Giant-Carlise aan de ene kant en vlaggenschip Albert Heijn aan de andere.

Terwijl Albert Heijn in 2007 en de eerste maanden van dit jaar zowel
wat betreft de omzet als de winstmarge prima draaide, moesten de Amerikaanse
zusterbedrijven worden opgelapt met kwaliteitsprogramma’s: verandering van
het assortiment – méér kant-en-klaarmaaltijden – herinrichting van de
winkels en marketingcampagnes om de merkpositie te verbeteren.

In het tweede kwartaal heeft echter ook Albert Heijn iets van zijn glans
verloren. Moederbedrijf Ahold moest kiezen tussen het veilig stellen van
marktaandeel in Nederland en de winstmarge. De keuze viel op het
marktaandeel, met promotiecampagnes rond het EK Voetbal – Welpies! – en de
beslissing om hogere inkooprijzen bij toeleveranciers slechts beperkt door
te berekenen aan klanten.

Dat leverde bij Albert Heijn een omzetgroei van 11,8 procent op in het
tweede kwartaal, exclusief de opening van nieuwe filialen. Maar de
winstmarge kwam in de maanden april, mei en juni uit op slechts 6,6 procent.
In dezelfde periode in 2007 bedroeg de winstmarge nog 7,1 procent.

Omdat topman Rishton een belofte heeft gedaan voor de winstmarge in 2008 van
zowel de Amerikaanse als de Europese supermarktketens, is de
manouvreerruimte voor Albert Heijn de komende maanden beperkt.

Of de Nederlandse marktleider vriendelijk kan blijven in zijn
prijsbeleid voor klanten hangt mede af van twee externe factoren: de
prestaties van de Amerikaanse zusters en de ontwikkeling van grondstof- en
inkoopprijzen.

Ahold heeft veel geld gestoken in het oplappen van Stop & Shop en
Giant-Carlisle. Dit moet zich de komende maanden uitbetalen in een
verbetering van de winstmarges. Gelet op het gure economische klimaat in de
Verenigde Staten is dit geen geringe opgave.

Maar als de operatie slaagt levert de margeverbetering bij de Amerikaanse
bedrijven voldoende op om de groepsdoelstelling te halen, en kan Albert
Heijn het zich permitteren vriendelijk te blijven voor klanten.

Tweede factor die meespeelt is ontwikkeling van grondstofprijzen. Melk,
graan, vlees, koffie en tal van producten op oliebasis werden in de eerste
maanden van dit jaar fors duurder. Dat leidde tot prijsverhogingen bij
toeleveranciers van Albert Heijn die gedeeltelijk zijn doorberekend aan
klanten. Krijgt de stijging van grondstoprijzen de komende maanden een
nieuwe impuls, dan zal ook AH moeten reageren.

Albert Heijn's keuze voor marktaandeel is dus niet vrijblijvend geweest. Voor
Dick Boer, baas van de Europese tak van Ahold, is het hopen dat de
Amerikaanse zusterketens presteren en dat grondstofprijzen zich koest
houden. Anders zit ook de Albert Heijn-klant met prijsverhogingen in z'n
maag.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl