Sparen levert nauwelijks iets op, dus kan extra aflossen op je hypotheek interessant zijn.
In coronatijd zijn werknemers en zzp’ers echter beducht voor inkomensverlies. Dan kan het juist handig zijn om een stevige financiële buffer aan te houden.
De afweging tussen verschillende opties hangt onder meer af van de hoogte van de WW-uitkering bij werkloosheid én de vraag hoe makkelijk je een nieuwe baan kan vinden.
Als je spaargeld hebt waar je nauwelijks rente voor krijgt, kun je daar verschillende dingen mee doen. Wie een hypotheek heeft, kan bijvoorbeeld denken aan extra aflossen. Daarmee verlaag je de maandlasten.
Maar is extra aflossen wel slim als je in coronatijd bijvoorbeeld meer onzekerheid hebt over behoud van je baan? Het versterken van je financiële buffer kan een nuttig alternatief zijn.
Uit een maandag gepubliceerde peiling van De Nederlandsche Bank (DNB) blijkt dat Nederlanders door de coronacrisis voor langere tijd negatieve gevolgen verwachten voor baan, inkomen en bezittingen. Het gros gaat ervan uit dat de crisis zeker 6 tot 12 maanden voelbaar zal zijn.
Hoe kun je in de huidige situatie extra aflossen op de hypotheek afwegen tegen het versterken van de financiële buffer?
Extra aflossen op hypotheek versus hogere financiële buffer
We illustreren dit dilemma hieronder met een voorbeeld. Stel bijvoorbeeld dat een stel tweeverdieners samen 90.000 euro bruto per jaar verdient. Het koppel heeft een hypotheek van 400.000 euro en 50.000 euro spaargeld.
De tweeverdieners overwegen om 40.000 euro extra af te lossen op de hypotheek. Dat is 10 procent van de hypotheeksom en die kun je doorgaans zonder boete extra aflossen in een jaar. Wat levert dit op?
Bij extra aflossen hangt veel af van de hoogte van de hypotheekrente én het soort hypotheek dat je hebt.
Belangrijk is het verschil tussen een aflossingsvrije hypotheek en de annuïteitenhypotheek die sinds 2013 veel wordt afgesloten.
Bij de aflossingsvrije hypotheek betaal je maandelijks alleen rente, terwijl er in de annuïteitenhypotheek bij de maandlasten zowel rente als een stukje aflossing zit. Dit maakt de maandlasten van een annuïteitenhypotheek hoger.
In de onderstaande tabellen, gemaakt met behulp van rekentools op de site berekenhet.nl, is weergegeven wat er met de netto maandlasten gebeurt als je 40.000 euro aflost op respectievelijk een annuïteitenhypotheek of een aflossingsvrije hypotheek van 4 ton.
Gerekend is met een bruto inkomen van 90.000 euro in verband met de hypotheekrenteaftrek en met twee rentepercentages van respectievelijk 4 procent en 2 procent.
Te zien is dat de maandlast bij de annuïteitenhypotheek bij een hypotheek van 4 ton zo’n 600 euro tot 800 euro hoger ligt vergeleken met een aflossingsvrije hypotheek van dezelfde omvang.
Verder blijkt dat de extra aflossing van 40.000 euro voor de annuïteitenhypotheek 118 euro tot 131 euro per maand scheelt; bij de aflossingsvrije hypotheek is dat 36 euro tot 72 euro per maand.
Aangezien het om maandbedragen gaat, tikt dit in de loop van de tijd behoorlijk aan. Gelet op de huidige spaarrentes van maximaal 0,2 procent op vrij opneembaar geld zijn de lagere maandlasten van de hypotheek relatief gunstig vergeleken met de opbrengst van spaargeld.
Financiële buffer tegen risico inkomensverlies
Hoe kun je het bovenstaande afzetten tegen het risico van grotere inkomensonzekerheid?
Eerder schreef Business Insider over 6 manieren om snel een financiële buffer op te bouwen. Daarbij refereerden we aan de Amerikaanse financieel adviseur David Bach. Die geeft een aantal vuistregels voor financiële buffers in verband met inkomensonzekerheid.
Volgens Bach heb je naarmate je ouder wordt en meer verdient een wat hogere financiële buffer nodig om het risico van inkomensverlies op te vangen.
Als je bijvoorbeeld uitgaat van een stel veertigers, dan adviseert Bach om zes tot twaalf keer je maandelijkse uitgaven als buffer achter de hand te houden.
Stel dus dat het koppel met het bruto inkomen van 90.000 euro maandelijks zo’n 4.000 euro uitgeeft, dus 48.000 euro per jaar. Als ze dan acht keer die maandelijkse uitgaven zouden reserveren als financiële buffer, komt dat neer op 32.000 euro.
Dit laat meteen al zien dat als ze 50.000 euro aan spaargeld hebben en overwegen 40.000 euro extra op de hypotheek af te lossen, er een probleem kan ontstaan met de financiële buffer.
Hoogte van de WW en hoe makkelijk vind je een alternatieve baan?
Bij de vuistregels over de noodzakelijke financiële buffer kun je wel een paar kanttekeningen maken. Omdat we in dit voorbeeld praten over tweeverdieners is de vraag natuurlijk hoe groot het risico is dat beide partners tegelijk hun baan en inkomen verliezen.
Ander punt is hoe het staat met de WW-rechten. Voor werknemers geldt dat je bij ontslag in principe recht hebt op een WW-uitkering van minimaal drie maanden tot maximaal drie jaar. De precieze duur hangt af van je arbeidsverleden.
Het loon van de twaalf maanden voordat je werkloos werd, bepaalt de hoogte van de WW-uitkering. De eerste twee maanden bedraagt de uitkering 75 procent van je loon. Daarna is dat 70 procent.
Lees hier meer over hoe het precies zit met ontslaguitkeringen voor werknemers en ondernemers: Dit zijn de ‘normale’ regelingen voor werknemers, zzp’ers en flexwerkers als je zonder werk zit.
De noodzakelijke hoogte van een financiële buffer voor inkomensverlies hangt direct samen met de hoogte en de duur van een WW-uitkering en de kans dat je binnen de WW-periode een nieuwe baan vindt. Aanspreken van je financiële buffer wordt namelijk pas echt acuut als je geen WW meer krijgt en nog vermogen hebt. Dit moet je dan eerst opeten, voordat je een bijstandsuitkering kunt krijgen.
Financiële buffer is maatwerk
De vraag is dus hoe groot de inkomensdaling is op het moment dat je bij baanverlies een beroep moet doen op de WW. En vervolgens gaat het erom hoe makkelijk je weer een nieuwe baan kunt vinden om inkomen te genereren, voordat je een beroep moet doen op de financiële buffer.
Stel dus dat de tweeverdieners in ons voorbeeld inschatten dat bij één van de partners de inkomensonzekerheid bij baanverlies relatief groot is en bij de ander niet. Dan kunnen ze dus ook redeneren dat ze de helft van hun maandelijkse uitgaven van 4.000 euro moeten afdekken met een financiële buffer. Ofwel 16.000 euro, als ze acht maanden dekking willen.
Als het stel 50.000 euro spaargeld heeft, kunnen ze wel een stukje extra aflossen op de hypotheek, maar niet 40.000 euro ineens.
Zoals dit voorbeeld laat zien: de afweging tussen het aanhouden van een financiële buffer voor inkomensverlies en andere opties zoals extra aflossen op de hypotheek, wordt sterk bepaald door persoonlijke omstandigheden en je positie op de arbeidsmarkt.