Ziekenhuisfusies worden standaard goedgekeurd. “Van streng mededingingstoezicht is in de praktijk geen sprake, waardoor ziekenhuizen de concurrentie beperken voordat die goed en wel van de grond is gekomen”, stelt Edith Loozen van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
“Sinds het invoeren van de nieuwe zorgwet zijn alle ziekenhuisfusies goedgekeurd”, constateert Edith Loozen, universitair docent mededingstoezicht aan het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
De kartelwaakhond Autoriteit Consument en Markt (ACM) komt volgens haar steevast tot de conclusie dat een fusie goed is voor de patiënt, maar dat is volgens haar maar zeer de vraag.
Ziekenhuisfusie in West-Brabant
De fusie tussen het Lievensberg Ziekenhuis in Bergen op Zoom en het St. Franciscus Ziekenhuis in Roosendaal is een duidelijk voorbeeld waarbij veel is misgegaan. “Er wordt niet gekeken naar de huidige mededingingssituatie, maar naar die in de toekomst”, ziet Loozen.
Concreet houdt dat in dat de fusie als wenselijk wordt gezien omdat een van de twee ziekenhuizen sommige behandelingen in de toekomst wel eens niet meer zal kunnen aanbieden. Maar daarvoor wordt onvoldoende bewijs aangevoerd, stelt Loozen.
Daarnaast werd in dit geval het toekomstige marktaandeel van het nieuwe West-Brabantse fusieziekenhuis kleiner voorgesteld dan het in werkelijkheid is.
Loozen constateert ook dat ACM te gemakkelijk argumenten van zorgverzekeraars overneemt. En dat is niet terecht, stelt Loozen: "Het is niet gezegd dat zorgverzekeraars zonder meer de belangen van de verzekerden vertegenwoordigen."
De grote vier zorgverzekeraars hebben van oudsher in sommige delen van het land een ijzersterke positie. Als er in een gebied waar een verzekeraar veel klanten heeft maar één ziekenhuis is, geeft dat de verzekeraar ten opzichte van het ziekenhuis flink wat macht.
Bekijk het gehele videointerview met Loozen, gemaakt door het discussieplatform voor economen Me Judice, hieronder.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl