- De staat heeft z’n belang in ABN AMRO teruggebracht naar 40,5 procent met een nieuwe verkoopronde, die 1,2 miljard euro heeft opgeleverd.
- De afgelopen maanden kleine aantallen aandelen verkocht; in deze ronde zijn er 78 miljoen aandelen van de hand gedaan.
- Om terug te verdienen wat de staat aan de bank heeft uitgegeven, zou de overgebleven 40,5 procent meer dan twee keer zoveel waard moeten zijn op de beurs.
- Lees ook: Topman Robert Swaak van ABN AMRO vertrekt in 2025: bank moet op zoek naar nieuwe CEO
Een nieuwe verkoopronde van aandelen ABN AMRO heeft de staat 1,2 miljard euro opgeleverd, meldt minister Eelco Heinen van Financiën. Het belang van de staat is daarmee afgebouwd tot 40,5 procent. Vorig jaar werd het zogenoemde verkoopprogramma aangekondigd.
De opbrengst wijkt niet ver af van de verwachtingen vooraf. Deze zal gebruikt worden om een deel van de staatsschuld af te lossen.
Met een zogenoemde dribble out-methode werden de afgelopen maanden steeds kleine aantallen aandelen verkocht. De aandelen moesten meer waard zijn dan een afgesproken minimum. In deze ronde heeft de staat 78 miljoen aandelen van de hand gedaan.
Het kabinet laat zich adviseren over de verdere afbouw van het belang in ABN AMRO. Om terug te verdienen wat de staat aan de bank heeft uitgegeven, zouden de aandelen die de staat nog heeft meer dan twee keer zoveel waard moeten zijn als de huidige koerswaarde.
"Het is niet realistisch dat een dergelijke koers op korte termijn bereikt zal worden", aldus Heinen in zijn brief. "De staat is geen belegger en investeert dus niet risicovol als daar geen publiek belang mee is gediend. Ik acht het dan ook onwenselijk om te wachten op een hogere koers."
De bank werd jaren geleden volgens Heinen "immers gered om in de financiële crisis de stabiliteit van het financiële stelsel te borgen", en niet om te verdienen aan de aandelen.