De Japanse premier Shinzo Abe heeft de eerder aangekondigde verhoging van de btw in Japan woensdag met ruim twee jaar uitgesteld, tot eind 2019. Hoewel de hogere belasting kan helpen de immense Japanse staatsschuld te verkleinen, vreest Abe de gevolgen voor de economische groei.
Het besluit is een omstreden ommekeer van de premier, die eerder aankondigde dat de btw in april volgend jaar van 8 naar 10 procent zou gaan. Die belastingverhoging moet dienen als tegenwicht voor het enorme stimuleringsbeleid dat de afgelopen jaren onder leiding van Abe is gevoerd, in een poging een einde te maken aan jaren van zwakke groei en dalende prijzen in Japan.
Abe zei eerder nog dat alleen een schok vergelijkbaar met de ondergang van zakenbank Lehman Brothers in 2008 of een enorme aardbeving voor uitstel van de btw-verhoging konden zorgen.
Verkiezingen in juli
De afgelopen weken krabbelde hij echter al terug. Zo waarschuwde hij tijdens de G7-top van afgelopen weekend expliciet voor een dreigende economische crisis en riep hij zijn collega-regeringsleiders op maatregelen te nemen om die te voorkomen.
Het uitstel van de btw-verhoging kan Abe helpen bij de komende verkiezingen, in juli. Volgens analisten kunnen kiezers echter ook sceptischer worden over de daadkracht van de huidige regering ten aanzien van de staatsschuld. De schuld is inmiddels tweeënhalf keer groter dan de Japanse economie, die afgelopen jaren nauwelijks is gegroeid.
Chinese industrie
De aandelenbeurs in Tokio is woensdag met verlies gesloten. De aankondiging van Abe bood geen tegenwicht aan tegenvallende berichten over de Chinese economie. De toonaangevende Nikkei-index eindigde 1,6 procent in de min op 16.955,73 punten.
De ommekeer van Abe kwam niet onverwacht en werd de afgelopen dagen al via een positieve reeks van de Nikkei in de koersen verwerkt. Woensdag trokken vooral cijfers over de Chinese industrie de aandacht. Volgens de Chinese overheid toonde de productie daar afgelopen maand een minieme groei. De onafhankelijke graadmeter van onderzoeksbureaus Caixin en Markit wees echter op aanhoudende krimp.
Elders in de regio bleven de graadmeters dicht bij huis. De Kospi in Seoul sloot nagenoeg onveranderd. De Hang Seng in Hongkong en de hoofdindex in Shanghai stonden in de middaghandel eveneens vlak. De beurs in Sydney was een negatieve uitschieter, de All Ordinaries leverde 1 procent in.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl