Het aantal zogenoemde scheefwoners, mensen in een sociale huurwoning die eigenlijk te goedkoop voor ze is, daalt. Het is tussen 2012 en 2015 met een kwart afgenomen, aldus woonminister Stef Blok. Dit komt echter nog niet door de inkomensafhankelijke huurverhoging.
Die is ingevoerd om scheefwoners te porren te verhuizen en dit huis achter te laten voor mensen die het financieel minder hebben getroffen.
De bewindsman verklaart de afname van het aandeel scheefwoners vooral door de strengere toewijzingseisen voor een huis in de sociale sector. Hij denkt dat het nog te vroeg is voor resultaten van de inkomensafhankelijke huurverhoging, die sinds drie jaar mag worden gevraagd. Niet iedere woningcorporatie doet dat ook. Overigens kan iemand ook scheefwoner-àf worden, doordat hij of zij minder inkomen krijgt.
Te weinig betaalbare woningen
Uit onderzoek in opdracht van de minister blijkt dat ongeveer de helft van de huurders in de afgelopen jaren een inkomensafhankelijke huurverhoging kreeg. Maar zij zijn dus niet vaker doorgestroomd naar een huis in de vrije sector of een koophuis dan scheefwoners die geen extra huurverhoging kregen. Wel groeit de ontevredenheid over het sociale huurhuis in combinatie met de prijs, zo blijkt uit het rapport.
Volgens verhuurders èn huurders is de stimulans van de huurverhogingen voor huurders nog onvoldoende om daadwerkelijk door te stromen. Er lijkt ook te weinig aanbod te zijn van andere enigszins betaalbare huizen.
In de Wet doorstroming huurmarkt, die sinds 1 juli van kracht is, staan aanvullende maatregelen om de doorstroming van scheefwoners verder te bewerkstelligen. Ook worden mogelijkheden voor tijdelijke huurcontracten verruimd, om een groter aanbod van huurhuizen te krijgen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl