Afgelopen woensdag werden al vijf nauw betrokkenen gehoord, maar de verwarring leek daarbij alleen maar toe te nemen. Bij de aankoop van de bankonderdelen blijken betrokken instanties elkaar niet goed te hebben geïnformeerd, waardoor onduidelijk blijft of de finale onderhandelingen wel op basis van de juiste en alle noodzakelijke gegevens zijn gevoerd.

Vrijdag moeten hoofdrolspelers als oud-minister van Financiën Wouter Bos en voormalig president Nout Wellink van De Nederlandsche Bank (DNB) uitsluitsel geven.

30 miljard euro

Het toenmalige kabinet betaalde in het najaar van 2008 aanvankelijk 16,8 miljard euro voor de overname. Een verdedigbare en aanvaardbare prijs, oordeelden onder anderen oud-premier Jan Peter Balkenende en Bos tijdens een eerder verhoor. Later bleek er nog eens een bedrag van in elk geval 6,5 miljard euro nodig te zijn. Inmiddels is de teller opgelopen tot 30 miljard euro.

De enquêtecommissie wil weten of die extra kosten bij de aankoop waren te voorzien, en wie dan had moeten waarschuwen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl