Schulden kunnen een mooie aftrekpost vormen voor de vermogensbelasting. Ook groene beleggingen kunnen fiscaal interessant zijn. Welke aftrekposten mag je opvoeren bij de belastingaangifte over 2017 in box 3 voor spaargeld en beleggingen? Lees het in dit vierde deel van de jaarlijkse serie van Business Insider over fiscale aftrekposten.
Ons belastingstelsel is ingedeeld in drie boxen. De aftrekposten die we in de overige delen van deze serie bespreken, hebben grotendeels betrekking op box 1, ofwel inkomen uit werk en woning.
In box 3 zit echter ook een interessante aftrekpost: eventuele schulden. Heb je bijvoorbeeld een lening afgesloten voor een auto of moet je nog erfbelasting betalen, dan mag je dat in mindering brengen op je vermogen.
Let wel goed op: niet elke schuld mag je aftrekken. Ondernemingsschulden, betaalde kinderalimentatie en de meeste belastingschulden vallen er bijvoorbeeld buiten. Ook moet je voor de totale schuld rekening houden met een drempel van 3.000 euro.
Wat is wel en niet aftrekbaar in box 3? Bekijk het overzicht hieronder.
Box 1: inkomen uit werk en huis
De tarieven voor de verschillende belastingschijven in box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning) bedroegen vorig jaar respectievelijk 36,55 procent (laagste schijf), 40,8 procent (middelste twee schijven) en 52 procent (hoogste schijf).
Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang
In box 2 valt het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang, voor ondernemers die minimaal 5 procent van de aandelen van hun bv bezitten. Het tarief voor deze box bedroeg afgelopen jaar 25 procent.
Box 3: sparen, beleggen
De waarde van je vermogen in Nederland en het buitenland, zoals spaargeld en beleggingen, moet je aangeven in box 3: inkomen uit sparen en beleggen.
In 2017 zijn de belastingtarieven grondig op de schop gegaan. In plaats van één uniform tarief gelden er nu drie verschillende belastingschijven, met elk een ander fictief rendement. De hoogte van dit rendement hangt af van de omvang van je vermogen: hoe meer vermogen je hebt, hoe meer je per saldo betaalt.
Over de eerste 75.000 euro aan vermogen boven de vrijstelling ben je per saldo 0,87 procent belasting verschuldigd. Over het vermogen hierboven (tot 975.000 euro) moet je 1,41 procent afrekenen. Het vermogen daarboven wordt per saldo belast met 1,65 procent.
Let op de peildatum
Bij de aangifte voor de vermogensbelasting moet je altijd de waarde aan het begin van het kalenderjaar opgeven. Bij je aangifte over 2017 moet je dus kijken naar je vermogen op 1 januari 2017. Neem dus niet de waarde mee van 31 december van dat jaar!
Vermogen van de kinderen telt ook mee
Heb je minderjarige kinderen, dan moet jij belasting betalen over hun vermogen. Dit geldt alleen voor kinderen die op 1 januari 2017 nog geen 18 jaar waren. Meerderjarige kinderen moeten zelf belasting betalen over hun vermogen, als dat tenminste uitkomt boven het heffingsvrije vermogen van 25.000 euro.
Was je in heel 2017 gescheiden en staan jij en je ex-partner niet op hetzelfde adres ingeschreven, dan moet elke ouder de helft van de bezittingen en schulden van de kinderen aangeven.
... net als je vakantiehuisje
Behalve het saldo op spaar- en beleggingsrekeningen valt ook de waarde van een vakantiehuisje als vermogen in box 3.
Dit geldt ook voor een huis dat je verhuurt in afwachting van een koper. Dit valt echter niet in de categorie 'tweede woning', maar in de subgroep 'overige roerende zaken'.
Let wel goed op welke waardepeildatum je opgeeft: dit is de waarde op 1 januari van het jaar vóór het jaar van aangifte. Staat de woning in Nederland, dan moet je de WOZ-waarde met waardepeildatum 1 januari 2016 opgeven. Gebruik dus niet de waarde van 1 januari 2017, zoals je doet met andere bezittingen in box 3.
Staat je vakantiewoning in het buitenland, dan geldt de waarde in het economisch verkeer in onbewoonde staat; eveneens van 1 januari 2016.
... en uitstaande vorderingen
Geld dat je hebt uitgeleend moet je eveneens opgeven in box 3. Denk bijvoorbeeld aan een schenking op papier. Hierbij krijg je op papier een bepaald bedrag geschonken, maar de schenker maakt dit niet over. Daarom heeft deze schenker een schuld bij jou, en jij dus een vordering op de schenker. Als uiteindelijke ontvanger moet je de vordering optellen bij je vermogen in box 3. Andersom mag de schenker het bedrag opgeven als schuld in box 3.
... en zelfs contant geld en cadeaubonnen
Het is de vraag of veel Nederlanders dit doen, maar wist je dat je zelfs contant geld en cadeaubonnen moet opgeven? Hiervoor geldt wel een vrijstelling van 522 euro (of het dubbele als je een fiscaal partner hebt).
Vergeet de waarde van bitcoins niet
Bezit je bitcoins of andere cryptomunten? Dan moet je ook hiervan de waarde opgeven per 1 januari 2017. Dit is behoorlijk complex, aangezien de koersen op één dag behoorlijk kunnen fluctueren en er bovendien verschillen in koers zijn tussen diverse ruilbeurzen.
Ben je benieuwd hoe je de waarde van cryptomunten moet opgeven, lees dan het artikel: Hoe je belasting betaalt over bitcoin en andere cryptomunten in 7 vragen.
Appartement? Neem aandeel in vermogen VvE mee
Heb je een koopappartement en ben je lid van een Vereniging van Eigenaren (VvE), dan moet je ook jouw aandeel in het vermogen van de VvE opgeven. Dit vermogen wordt gebruikt om bijvoorbeeld het gebouw en een eventuele lift te onderhouden en schoon te maken. Hiervoor moet je de waarde per 1 januari 2017 opgeven.
Dit hoef je niet op te geven
Rente die je op je spaarrekening wel hebt opgebouwd, maar nog niet is bijgeschreven hoef je niet op te geven. Alleen je werkelijke banktegoed telt.
Ook gewone spullen, zoals een auto of de inventaris, hoef je niet bij je vermogen in box 3 op te tellen. Dit geldt eveneens voor kunstvoorwerpen, tenzij deze als belegging zijn bedoeld.
Als een van je ouders is overleden en jij een vordering op de overgebleven ouder hebt die niet opeisbaar is, moet deze langstlevende ouder inkomstenbelasting betalen over de hele nalatenschap. Jijzelf hoeft deze bezittingen dus niet aan te geven in box 3. De overgebleven ouder mag de schuld aan jou helaas niet aangeven in box 3.
Hoe zit het met mijn en/of rekening?
Heb je een en/of rekening, dan hangt het van relatie met de andere rekeninghouder welke waarde je opgeeft. Deel je de rekening met je fiscale partner, dan moet je allebei het volledige saldo opgeven.
Deel je de rekening met iemand anders, bijvoorbeeld je moeder, dan moet je alleen het deel van de rekening aangeven dat van jou is: het bedrag dat je zelf hebt op de rekening hebt gezet of dat een ander namens jou heeft gestort.
Schulden
Van je vermogen in box 3 mag je eventuele schulden aftrekken. Dit kunnen verschillende soorten schulden zijn, zoals een lening voor een auto, roodstand bij de bank, toeslagen die je moet terugbetalen, erfbelasting die je nog verschuldigd bent, een schuld door een schenking op papier of een studieschuld.
Ook een schuld voor de financiering van een vakantiehuisje mag je in mindering brengen op je vermogen. Dit geldt eveneens voor een hypotheekschuld die je niet in box 1 mag aftrekken, omdat het geen eigenwoningschuld is. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als je een huis hebt gekocht dat nog in aanbouw is en waar je niet binnen drie jaar in zal trekken.
Voor schulden geldt wel een drempel van 3.000 euro of het dubbele als je een fiscaal partner hebt. Heb je weinig schulden, dan vis je dus helaas achter het net. Is bijvoorbeeld een roodstand van 100 euro je enige schuld, dan mag je dat dus niet in mindering brengen op je vermogen.
... maar niet elke schuld mag je aftrekken
Niet alle schulden mag je in mindering brengen op je vermogen. Zo mag je, in tegenstelling tot voorgaande jaren, betaalde kinderalimentatie niet meer opgeven als schuld in box 3. Ook belastingschulden vallen er over het algemeen buiten, met uitzondering van erfbelasting die je nog verschuldigd bent.
Een belastingschuld van een voorlopige aanslag is onder voorwaarden wel aftrekbaar. Een hypotheekschuld voor het huis waar je woont geef je niet op in box 3, maar in box 1.
Ook ondernemingsschulden en lopende termijnen van schulden met een looptijd korter dan één jaar mag je niet in mindering brengen op je box 3-vermogen. Hetzelfde geldt, zoals hierboven is besproken, voor schulden aan je kind die niet opeisbaar zijn omdat je na het overlijden van je partner alleen bent overgebleven.
Je betaalt alleen belasting boven een drempel
Voor de vermogensbelasting geldt een heffingvrij vermogen: een bedrag waarover je geen belasting hoeft te betalen. Dit bedraagt 25.000 euro (of het dubbele voor fiscaal partners). Kwam het verschil tussen bezittingen en schulden op 1 januari 2017 boven deze drempel uit, dan moet je over het restant vermogensbelasting betalen.
Je mag zelf weten hoe je de waarde van het gezamenlijke vermogen van jou en je fiscaal partner op je aangifte verdeelt, zolang alles maar is opgegeven.
Groene beleggingen? Extra fiscaal voordeel
De Belastingdienst komt beleggers tegemoet die hun geld steken in door de fiscus erkende fondsen die investeren in projecten voor milieubescherming. Zij krijgen een aparte vrijstelling op de vermogensbelasting en een aanvullende heffingskorting.
Deze vrijstelling bedraagt 57.385 euro (of het dubbele als je een fiscaal partner hebt). Je hoeft alleen belasting te betalen als de waarde van deze beleggingen boven dit bedrag uitkomt.
Daarnaast krijg je een korting op de te betalen inkomstenbelasting van 0,7 procent over het saldo op deze groenrekening tot 57.385 euro (of het dubbele bij fiscaal partnerschap).
Ben je benieuwd welke beleggingen hieronder vallen? Kijk dan naar dit overzicht van de Belastingdienst.