- Op obligatiemarkten duiken de koersen omlaag en schieten de rentes omhoog.
- Op aandelenmarkten is sprake van een neerwaartse trend, maar het ontbreekt nog aan echte paniek op de beurs.
- De kans dat er hiermee voor aandelen al een serieuze bodem kan worden neergezet lijkt hiermee niet heel groot, signaleren beursexperts Michael Nabarro en Gökhan Erem.
ANALYSE – Hoewel het bedrijfscijferseizoen deze week echt op gang is gekomen, wordt de aandacht op financiële markten opgeëist door de alsmaar oplopende rentes.
Centrale banken in de VS en Europa buitelen over elkaar heen met aankondigingen dat de inflatie de grootste vijand is. Tja, en die inflatie laat vooralsnog nog weinig verzwakking zien. We kunnen ons dus schrap zetten voor de volgende reeks renteverhogingen.
Komende week donderdag staat een nieuw rentebesluit op de agenda voor de Europese Centrale Bank en over twee weken is de Federal Reserve weer aan de beurt. Beleggers houden er momenteel rekening mee dat in beide gevallen de beleidsrente met 0,75 procentpunt omhoog gaat. De ECB komt dan uit op 2 procent en de Amerikaanse centrale bank op 4 procent met de belangrijkste rentetarieven.
Maar er is meer. De Federal Reserve is inmiddels begonnen met het afbouwen van de enorme schuldposities op de balans van de centrale bank. Hiermee valt een belangrijke koper weg op de obligatiemarkt, wat de liquiditeit niet ten goede komt.
De ECB wil wel in principe ook de obligatiebezittingen op de balans gaan afbouwen, maar dat staat waarschijnlijk voor volgend jaar op de agenda.
De combinatie van centrale banken die rentes verhogen én hun obligatiebezit afbouwen is vrij uniek en zorgt ervoor dat er zich op de obligatiemarkten een behoorlijk drama ontvouwt. Aangezien bij obligaties de rente en de koers tegengesteld bewegen, zorgt de opwaartse rentedruk voor een forse daling van obligatiekoersen.
De onderstaande grafiek weerspiegelt de waarde van de wereldwijde obligaties sinds 2017. Vanaf de top is er in één jaar meer dan 20 procent aan waarde verdampt en dat is voor veilig geachte beleggingen ongekend.
Voor de volledigheid: in de afgelopen twee decennia zijn beleggers in deze beleggingscategorie ook wel extreem verwend geweest, vanwege de alsmaar dalende rentes die gepaard gingen met stijgende obligatiekoersen. Maar nu is dat feest dus voorbij en rijst de vraag hoe hoog de rentes kunnen oplopen.
Stijging rente: het ergste is achter de rug, maar we zijn nog niet klaar
De Amerikaanse centrale bank zal de beleidsrente uiteindelijk richting de 4,5 procent tot 5 procent verhogen, zo is onze inschatting. Het is daarbij waarschijnlijk dat na de renteverhoging met 0,75 procentpunt van begin november, volgende verhogingen in kleinere stappen zullen gaan.
De vraag is dan vervolgens wanneer het moment komt dat de centrale bank gaat stoppen met het verhogen van de rente, en uiteindelijk de rente weer gaat verlagen om de economie te ondersteunen. Beleggers zijn vooral gespitst op signalen die houvast geven wat betreft het omslagpunt, met de hoop dat de geldkraan uiteindelijk weer wordt opengedraaid.
Maar zover is het nog niet en dat zie je hieronder de koersgrafiek van de 10-jarige staatsobligatie in de VS, die dus tegengesteld aan de rente beweegt. De grafiek toont dat we momenteel in een neerwaartse versnellingsfase zitten die bekend staat als een hoog negatief momentum.
De afstand tussen het actuele koersniveau en de groene lijn van het 50-daags voortschrijdend koersgemiddelde is dusdanig groot, dat je van een oversold situatie kunt spreken. Er kan dus wel enige stabilisatie optreden, maar daarmee is niet een bodem gezet. Al lijkt het er wel op dat we het grootste deel van de dalingsfase hebben gehad.
Voor de Europese markt kijken we naar de koers van toonaangevende 10-jarige Duitse staatsobligatie. Het beeld is niet veel anders dan in de VS, alleen het niveau verschilt. Obligatiekoersen zullen waarschijnlijk in absolute zin niet zo ver zakken als in de VS, wat dus betekent dat rentes in Europa niet zo hoog worden als in Amerika.
Deze verwachting wordt vooral gevoed door de zwakkere economie in de eurozone. Daarnaast zorgen de hoge schuldniveaus van zwakkere eurolanden ervoor dat er flinke politieke druk is om rentes niet al te sterk te laten oplopen.
Hieronder zie je de grafiek van de 10-jarige Duitse staatsobligatie. Ook hier is het beeld negatief.
Evengoed zit er met dit dalingstempo eveneens een risico van overdrijven in. Dit kan met de rentevergadering van de Europese Centrale Bank die volgende week op de agenda staat, wel eens spannend worden.
Technische patronen en signalen, waar we hier niet dieper op in zullen gaan, wijzen op het begin van een mogelijke capitulatiefase. Dus ook hier geldt dat het grootste deel van de koersdaling (en de rentestijging) wel is ingeprijsd, maar dat het tempo op het laatste stuk veel onrust kan veroorzaken.
Aandelen: nog geen paniek, maar ook geen bodem
Hoe houden de aandelenmarkten zich onder de druk van stijgende rentes? Het cijferseizoen is volop in gang en valt per saldo vooralsnog enigszins mee. Echter, van de meeste vooruitzichten word je niet vrolijk en het ziet er voor de volgende 2 à 3 kwartalen niet best uit.
Analisten zijn waarschijnlijk nog steeds te optimistisch over de verwachte bedrijfswinsten, want er vinden zeer beperkt neerwaartse bijstellingen van de prognoses voor de komende twaalf maanden plaats. In onze optiek is dat niet houdbaar en zal een neerwaartse bijstelling van de winstverwachtingen nog in de waarderingen moeten worden verwerkt.
Het verschil tussen aandelenmarkten die zich de afgelopen weken best goed houden, en obligatiemarkten die door het putje gaan, zit hem onder andere in het uitblijven van bijstellingen van de verwachtingen voor bedrijven. Zolang dit nog niet heeft plaatsgevonden en centrale banken nog niet klaar zijn met het verhogen van de rente, houden wij er rekening mee dat de bodem voor de aandelenmarkten nog niet is gezet.
In het verleden is bodemvorming op de aandelenmarkt vrijwel altijd vergezeld gegaan van behoorlijke paniek en ook daar zien we nog geen duidelijke tekenen van.
De onderstaande grafiek laat de ontwikkeling van de VIX-index zien, een maatstaf voor de beweeglijkheid van de beurs die ook wel de 'angstbarometer' genoemd. Duidelijk is te zien hoe hoog de metertjes uitsloegen tijdens de belangrijke bodems van 2009 en 2020. Het verschil met de huidig marktstemming is ook helder.
Kortom: weinig reden voor optimisme op de korte termijn.
Tot slot behandelen we de stand van zaken bij de brede S&P 500-index.
De onderstaande grafiek van de S&P 500 signaleert nog steeds een duidelijke neerwaartse trend. Vooralsnog wordt de zone van de afgelopen maand succesvol verdedigd, met een hoger slot op vrijdag. Maar echt doorpakken is er niet bij en rond het niveau van 3.800 punten worden de verkopers telkens actief.
In een bandbreedte van ruim 200 punten tussen de grofweg 3.600 punten en 3.800 punten is de S&P 500 inmiddels al een maand aan het stuiteren. Echter, zowel het 50-daags koersgemiddelde voor de korte termijn, als het 200-daags koersgemiddelde voor de langere termijn zijn neerwaarts gericht en het momentum blijft hoog.
Met het ontbreken van stijgingen die langer aanhouden en meer dan een paar procent winst opleveren, blijft de poging om een bodem te vormen erg broos. Gelet op het rentebeeld en de huidige vooruitzichten voor bedrijven moet er wel iets heel positiefs gebeuren om de trend te laten omslaan.
Michael Nabarro, Chartered Market Technician (CMT), Gökhan Erem, ook CMT, zijn onafhankelijke beleggingsspecialisten die beide meer dan 25 jaar werkzaam zijn in de financiële sector. Met gedegen kennis en ruime ervaring bedienen zij professionele en particuliere beleggers aan de hand van hun methodisch onderbouwde, actieve beleggingswijze.
Deze column bevat meningen en bevindingen van de auteurs. De financiële waarden die in dit schrijven genoemd worden kunnen onderdeel uitmaken van de beleggingen van de auteurs als ook van hun relaties.
Deze column is niet bedoeld als advies in enige vorm en dient als niet-gepersonaliseerde informatie over de financiële markten.