Veel garantiefondsen staan momenteel onder water. Het rendement op deze
producten is vaak afhankelijk van de koers van een index of een plukje
aandelen. De klappen op de beurs hebben de onderliggende waarde van veel
producten dan ook flink aangetast.

Dat is slecht nieuws voor beleggers die een product hebben afgenomen waarvan
de garantie vervalt zodra de koers onder een bepaalde grens is gezakt. Als
de koersen zich tot het einde van de looptijd niet meer herstellen – tot
minimaal de vastgestelde limiet – raken zij hun inleg grotendeels kwijt.

Dit gaat gelukkig niet voor elke belegger op. Er zijn namelijk ook
producten in omloop met een onvoorwaardelijke hoofdsombescherming. Wie
daarvoor heeft gekozen ziet in elk geval de betaalde hoofdsom terug, al
vergt dat soms enkele jaren geduld, tot de looptijd is verstreken.
Tussentijds de stukken verkopen is immers geen optie, gezien de
marktomstandigheden.

Deze laatste producten, die beleggers volledig beschermen tegen zwaar weer,
waren het afgelopen jaar erg populair. Voor de calculerende bank zijn ze
door de beursmalaise een blok aan het been geworden. Het is dan ook geen
wonder dat de laatste maanden steeds minder garantieproducten worden
gelanceerd.

Behalve aan het beurssentiment is de drooglegging ook te wijten aan een
praktisch probleem, zegt fondsenanalist Freddy van Mulligen van Morningstar.
Diverse producten worden onder de vlag van een Nederlandse grootbank op de
markt gebracht, maar zijn eigenlijk ontwikkeld door grote investment banks.
Nu veel van dergelijke banken in problemen zijn gekomen, zoals Lehman
Brothers, stokt ook de aanvoer van garantieproducten.

Bovendien is de basis verdwenen onder veel elementen die in een
garantieproduct verborgen liggen. Om aan de garantieverplichtingen te kunnen
voldoen investeert de bank een deel van je inleg in een veilige
beleggingscategorie, zoals obligaties. Aangezien kredietverlening – lees:
obligatiehandel - nu een stuk minder makkelijk is geworden, is het lastiger
om zo'n product te ontwikkelen.

“De hele markt voor gestructureerde producten is verdwenen”, concludeert Van
Mulligen dan ook. “Alle innovaties op dat gebied zijn nu teniet gedaan,
omdat het nu heel moeilijk is dergelijke producten in elkaar te zetten.”

Enkele door Z24 geraadpleegde banken laten in het midden of ze
binnenkort nog nieuwe garantieproducten gaan ontwikkelen. Maar ze ogen
positief. Rabobank zegt niet te verwachten dat deze markt stil komt te
liggen. ING geeft aan dat er ‘gezien de lage instapniveaus de komende tijd
zeker ruimte is voor nieuwe producten’. Bescherming en afdekken van risico's
is immers een belangrijk onderdeel geworden in de beleggerswereld, aldus de
bank/verzekeraar.

Dat mag dan zo zijn, de cijfers spreken andere taal. ING heeft bijvoorbeeld
dit jaar al zes (semi-) garantieproducten moeten terugtrekken, waarvan de
helft de afgelopen maand. Tegelijkertijd daalde het aantal
productlanceringen. In het eerste kwartaal deed dit bedrijf nog negen
emissies. De zeven maanden erop droogde dit op tot vijf.

Als banken al nieuwe producten op de markt brengen, is dat vaak tegen
voor de belegger minder gunstige voorwaarden.

Een duidelijk voorbeeld is de Wereld Garantie Note die ABN Amro maandelijks
uitbrengt. Het rendement van dit product hangt af van de prestaties van vijf
wereldwijde aandelenindices. De eindwaarde is niet gelijk aan het slotniveau
van het onderliggende mandje, maar het gemiddelde van de maandelijkse
slotkoersen over de laatste paar jaar. Bij oplopende koersen is deze
constructie ongunstig voor beleggers, omdat zij niet volledig meeprofiteren
van de stijging.

Wie de notes naast elkaar legt, ziet dat de periode van middeling de laatste
maanden is verlengd. De note die in augustus werd gelanceerd kende een
middeling over drie jaar. In de versie van november daarentegen is deze
periode met zeven maanden opgerekt.

Ook op andere manieren dekken banken zich in. Zo geldt voor veel pas
gelanceeerd producten slechts een gedeeltelijke garantie. Is het
onderliggende maandje aandelen of indices forser gedaald dan een vooraf
aangegeven percentage, dan verwijnt de bescherming en loop je als belegger
volledig koersrisico.

Ook wordt vaak de winst afgetopt. Eventuele verdere koersstijgingen loop je
hierdoor mis. Een vierde beproefde methode is de vervroegde aflossing. Gaat
het crescendo met het onderliggende mandje aandelen, dan trekt de bank de
stekker eruit en krijg je je inleg terug, plus de - veelal afgetopte-
waardestijging.

Veel producten baseren het uiteindelijke rendement op het zwakst presterende
element uit het mandje (een aandeel of een index). Staat het brekebeentje op
verlies, dan vervalt bijvoorbeeld de garantie.

Betekent dit dat garantieproducten niet meer interessant zijn? Nee, wie
zekerheid zoekt, kan zeker aardige producten vinden. En het aanbod zal
volgens Van Mulligen op termijn ook wel weer aantrekken.

Wel moet je altijd beseffen dat de bank zoveel mogelijk zal proberen om het
neerwaartse risico voor zichzelf te beperken. Als er een verliezer is, ben
jij dat. Niet de bank.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl