De Griekse regering laat met zijn harde retoriek tegenover de Europese partners wel erg veel ruimte voor een vertrek uit de eurozone. Maar naast het perspectief van de Grexit lonkt mogelijk ook de toetreding van Denemarken tot de eurozone. Analist Arne Petimezas van AFS Group praat je bij vanaf de beursvloer in Amsterdam.

1.If you can’t beat them, join them, denkt de topman van de Deense centrale bank Lars Rohde. Rohde heeft in een interview met Deense media het op het eerste gezicht krankzinnige voorstel gedaan om de Deense kroon vaarwel te zeggen en de euro in te voeren. De opwaartse druk op de wisselkoers van de Deense kroon is namelijk zo enorm dat de Deense centrale bank op nucleaire schaal moet ingrijpen om appreciatie te voorkomen en de koppeling van 7,4 Deense kroon per euro te verdedigen.

Denemarken is evenals Zwitserland slachtoffer van een vloedgolf aan speculatief kapitaal en vluchtkapitaal dat het land dreigt te overspoelen. Om te voorkomen dat de wisselkoers van het kroon hierdoor de pan uit rijst, heeft de centrale bank een negatieve rente ingevoerd en is ze op grote schaal geld aan het bijdrukken om in de markt euro’s te kopen.

2.De Denen kijken ook met argusogen naar de Zwitserse economie, die volgens de Zwitserse centrale bank wel eens heel goed in een recessie kan belanden vanwege de schok die de harde frank veroorzaakt. De topman van de centrale bank Thomas Jordan zei afgelopen weekend dat de Zwitserse economie in het eerste kwartaal mogelijk in recessie raakt. Jordan liet ook doorschemeren dat de rente nog negatiever kan worden om verdere verharding van de frank tegen te gaan.

3.Afgelopen weekend heeft de Griekse premier Alexis Tspiras op zijn beurt de spreekwoordelijke knuppel in het hoenderhok gegooid door in zijn inaugurele rede in het parlement zijn campagnebeloftes ter herhalen, inclusief een schuldsanering. Dat is een goed recept voor een Grexit.

De eisen die Tspiras stelt betekenen dat de Eurozone meer geld aan Griekenland moet lenen, tegen minder strenge voorwaarden, en schulden moet kwijtschelden, wat politiek onverkoopbaar is in de noordelijke lidstaten.

Opvallend genoeg zijn andere landen Zuid-Europese lidstaten die ook tot over hun oren in de schulden zitten nog minder geneigd toe te geven aan Tspiras. De Griekse minister van Financiën Varoufakis legde de toestand van de rest van Zuid-Europa pijnlijk bloot door (zogenaamd) te verklappen dat Italiaanse functionarissen hem hebben toevertrouwd dat ook Italië bankroet dreigt te gaan.

Analist Arne Petimezas van AFS Group houdt je dagelijks op de hoogte van de dingen die je moet weten.

Analist Arne Petimezas van AFS Group houdt je dagelijks op de hoogte van de dingen die je moet weten.

4.Oké, maar hoezo alleen Italië de pineut naast Griekenland? Heel Zuid-Europa zit tot over zijn oren in de schulden.

In de grafiek hieronder ziet u private sector schulden (onderste helft van de balk) en overheidsschulden (bovenste helft van de balk) als percentage van het nationaal inkomen toen (1999) en nu (jaarcijfers lopen tot 2013). Alle Zuid-Europese landen zijn als de dood dat zij het vertrouwen van de markt verliezen en dat rentestanden omhoog gieren, zoals in 2010-2012 het geval was.

(klik voor uitvergroting)

image

Overigens vraagt u zich misschien af waar die schulden vandaan komen. De schuldenopbouw is een mondiaal fenomeen, maar in de eurozone waren het met name banken uit Nederland en Duitsland die Zuid-Europa graag van krediet voorzagen.

5.Dankzij de zwakke euro en de crash van de olieprijs is er licht aan het einde van de tunnel voor de eurozone. Volgens IMF-bestuurder Carlo Cottaerlli gaat het Fonds in april in zijn halfjaarlijkse economische raming de groeivoorspelling voor de eurozone verhogen.

De reden daarvoor is de zwakkere euro, de lagere olieprijs en de aankondiging van de ECB om op grote schaal staatsobligaties te gaan kopen. In oktober voorspelde het IMF dat de economie van de eurozone dit jaar 1,3 procent zal groeien.

6.Ook de Franse economie lijkt een beetje uit het slop te komen. Volgens de Banque de France zal de economie in het eerste kwartaal waarschijnlijk met 0,4 procent groeien ten opzichte van het vierde kwartaal van 2014. Dat zou de sterkste groei op kwartaalbasis sinds het tweede kwartaal van 2013 zijn.

7.Volgens de Bank for International Settlements (BIS) – de centrale bank van centrale banken – valt de instorting van de olieprijs van meer dan 50 procent sinds juni 2014 niet te verklaren door veranderingen in vraag en aanbod naar fysieke olie.

Naast de rol van vraag en aanbod legt de BIS de zwarte piet ook bij het sterk toegenomen gebruik van financiële producten die olie als onderliggende waarde hebben. Door deze toegenomen “financialisering” van olie hebben de dagelijkse koersschommelingen in olie meer weg van de koersschommelingen in effecten (bijvoorbeeld aandelen) dan een grondstof.

Deze toegenomen volatiliteit blijkt uit gegevens van broker PVM, waar de Financial Times melding van maakt. In 2005 was het volume in termijncontracten voor olie 3,4 zo groot als de fysieke markt. Eind vorig jaar was de ratio 20. De implicatie van dit alles is dat er in de futuresmarkt meer is gespeculeerd of gehedged op prijsdalingen, wat de neerwaartse koersbeweging versterkte.

Arne Petimezas is analist bij financiële dienstverlener AFS Group. Deze bijdrage is niet bedoeld als advies tot het doen van individuele beleggingen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl