De enorme daling van de olieprijs dwingt de regering van Saudi-Arabië tot stevige bezuinigingen. Daarbij gaat het mes onder meer in subsidies op benzine en gaan de prijzen van water en elektriciteit in het olierijke land omhoog.
De prijs van olie is afgelopen anderhalf jaar bijna 70 procent gedaald, mede doordat Saudi-Arabië weigert zijn olieproductie in te perken. De grootste olieproducent van het Midden-Oosten wil met de lage prijs de concurrentie uit Amerikaanse schalievelden de nek omdraaien. Die tactiek zadelt het land echter ook op met een enorm gat op de eigen begroting, die vooral afhankelijk is van olie-inkomsten.
Dit jaar loopt het tekort van Saudi-Arabië op tot omgerekend ongeveer 89 miljard euro. Volgend jaar moeten bezuinigingen het verschil tussen de uitgaven en de inkomsten van de overheid beperken tot circa 79 miljard euro.
De regering kondigde verder aan dat diverse staatsbedrijven de komende jaren worden geprivatiseerd en dat er btw in het land wordt geïntroduceerd. Daarnaast komt er een accijns op tabak.
De begroting is de eerste van de nieuwe koning Salman Abdul Aziz al-Saud, die begin dit jaar zijn halfbroer Abdullah opvolgde. De begroting is opgesteld door een raad waarin Salmans favoriete zoon Mohammed bin Salman (30) een belangrijke rol speelt. Die prins is als minister van Defensie de drijvende kracht achter de bloedige luchtaanvallen op het buurland Jemen. Dat geldverslindende militaire ingrijpen legt ook een zware last op de begroting van Saudi-Arabië.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl