De biergekte kent geen einde.
En terecht, want bier is zo ontzettend divers dat je nieuwe brouwsels kunt blijven proberen tot je er letterlijk bij neervalt.
Juist gelet op die vele verschillende smaken is het aan te raden om rustig aan te doen. Veel bierfanaten volgen die strategie al, want de gemiddelde hoeveelheid bier die we drinken daalt in Nederland, terwijl er tegelijkertijd meer biermerken bijkomen.
Ook je buurman drinkt inmiddels liters speciaalbier, maar er leven nog wel steeds tal van misvattingen over het gerstenat. Tijd dus om er eens een stel te ontkrachten zodat je bij het volgende bezoek aan de dichtstbijzijnde brewpub of Belgisch biercafé een paar fijne wetenswaardigheden kunt delen met je gezelschap.
1. Alle bier is hetzelfde
Bier is bier? Pils is hetzelfde als bier? Welnee. De smaak hoeft niet eens per se bitter te zijn, maar kan ook zoet, zuur of een combinatie zijn. Sommige brouwers maken hun bier met chilipepers of dennenappels.
Er bestaat een compleet universum aan biersoorten, van de tegenwoordig populair India Pale Ale (IPA) of de klassieke Belgische kanjers als Westmalle. Dat is trouwens een trappist, maar die titel heeft dan weer niets te maken met het bier zelf en meer met of het brouwproces wel volgens de strengste regels plaatsvindt.
2. Warm bier gaat stinken
Temperatuur heeft geen invloed op de smaak van bier - mits het tenminste in een afgesloten fles of blikje zit. Die schrale geur op dag vier van dat zomerfestival zul je gelukkig nooit aantreffen in je vers geopende biertje.
Wel een risico is overigens licht, dat een chemische reactie veroorzaakt die de smaak van bier beïnvloedt. Dus als je je bierflessen thuis bewaart op een zonnige plek, kan dat effect hebben op de smaak.
3. Donkere bieren zijn 'zwaarder'
De kleur van bier heeft nagenoeg geen invloed op het alcoholpercentage. De granen die in elk bier zitten, worden aan het begin van het brouwproces geroosterd. Afhankelijk van hoe lang dit duurt, blakert het vuur de mout zwarter en zwarter. Dat geeft de kleur aan donker bier.
Er bestaan ook heldere blonde bieren zoals Duvel die erg zwaar zijn, of het diepzwarte Guiness dat met 4,3 procent minder alcohol bevat dan een simpel pilsje Heineken.
4. Bier moet je ijskoud serveren
Akkoord, op dat zomerfestival is het waarschijnlijk beter om een kouder biertje te hebben. Echter, het hangt af van het type bier welke temperatuur ideaal is op het moment van serveren.
Een koel pilsje is inderdaad lekkerder omdat het dorstlessend werd. Een trappist als Orval is echter een tikkeltje anders als je 'm even op laat warmen in de kamer voordat je het eerste slokje neemt.
5. Pils en 'lager' is hetzelfde
Pils is eigenlijk altijd helder en verfrissend, al verschillen de accenten ook enorm. Zeker in de huidige speciaalbiertrends duiken pilseners op met een veel verfijndere smaak dan wat we gewend zijn van de giganten als Carlsberg en Heineken.
'Lager' verwijst puur naar dat het bier onderaan in de brouwketel gist in plaats van aan bovenkant. Daarom kan een lager ook een stout of abdijbier zijn.
6. Bier uit blik is goedkoop
Hier zit wellicht een kern van waarheid in, want de goedkoopste bieren bij de buurtsuper zitten zonder uitzondering in blik.
Maar tegelijkertijd is blik eigenlijk de ideale manier om bier te verpakken. Het beschermt beter tegen licht en lucht dan glas. Dat de hipste brouwerijen van dit moment zich van elkaar onderscheiden met kunstige flessen en etiketten zal er waarschijnlijk niet toe leiden dat deze eigenschap van blik binnenkort de fles zal verdrijven uit het schap.
7. Je moet speciaalbier laten 'rijpen'
Ook hier geldt: het is niet zo categorisch. Speciaalbier is zo divers dat het ene bier wel geschikt is om lang te bewaren, en het andere minder. De meeste hergistende bieren vallen in de eerste categorie. Maar een IPA, met zijn heldere, hoppige smaak, is juist beter als die zo vers mogelijk in je glas belandt.