Verf- en chemieconcern AkzoNobel heeft een tweede overnamebod van zijn Amerikaanse rivaal PPG afgewezen. PPG is het grootste verfbedrijf ter wereld.
PPG heeft dit keer 88,72 euro per aandeel AkzoNobel geboden, waarvan 56,22 euro in contanten en de rest in aandelen PPG. Eerder deze maand bracht PPG een bod van 83 euro per aandeel uit, waarvan 54 euro in contanten. Het nieuwe bod lig dus zo’n 7 procent boven het oude bod.
Het aandeel AkzoNobel daalde woensdag kort na de opening van de Amsterdamse beurs met 2,8 procent tot 76,60 euro.
In de toelichting op de afwijzing noemt AkzoNobel zes redenen voor de afwijzing van het Amerikaanse overnamebod.
1)Het bod biedt niet genoeg waarde voor aandeelhouders. De directie van AkzoNobel denkt met haar eigen plannen – verkoop van de divisie voor speciaalchemie en overnames in de verfsector – meer waarde te kunnen toevoegen.
2)Het bod van PPG is voor een groot deel in aandelen en is voor een groot deel gefinancierd met schulden. Dat is te risicovol vindt de directie van AkzoNobel. Het bedrijf betaalt zo min of meer z'n eigen overname.
3)Overname van AkzoNobel door PPG zou het nodig maken om flink te snijden in markten waar het bedrijf te dominant dreigt te worden. Er zijn dus problemen te verwachten met toezichthouders.
4)De overname zou leiden tot significante reductie van het aantal banen. Daar geeft PPG geen duidelijkheid over, wat onzekerheid geeft voor werknemers.
5)Het bod doet geen recht aan de vragen die diverse belanghebbenden - naast aandeelhouders ook klanten en werknemers - hebben. Zaken als de toekomst van investeringen in onderzoek en ontwikkeling en pensioenregelingen zijn niet uitgewerkt.
6)Er is een fors cultuurverschil tussen de twee bedrijven, vooral op het gebied van duurzaamheid, waar geen recht aan wordt gedaan.
AkzoNobel moet aan de bak
De vraag is of Akzo-topman Ton Büchner de eigen aandeelhouders met deze argumenten echt kan overtuigen. De enige echte mogelijkheid voor AkzoNobel om toekomst in eigen hand te houden is een vlucht voorwaarts, zoals genoemd in punt één.
Büchner moet daarbij de truc herhalen die zijn voorganger Hans Wijers toepaste als topman van AkzoNobel.
Toen Wijers in 2003 aantrad, was AkzoNobel een divers bedrijf met chemie-, verf- en farmaceutische activiteiten. Wijers gaf het bedrijf meer focus met een dubbelslag: hij verkocht de farmaceutische tak Organon en kocht het Britse verf- en chemieconcern ICI. Daardoor kreeg AkzoNobel meer focus: voornamelijk groot in verf en daarbij wat speciaalchemie.
Büchner wordt nu gedwongen die transformatie te versnellen. De resterende chemie-activiteiten gaan de verkoop in, met een mogelijke opbrengst van zo’n 10 miljard euro. Dat geld moet ingezet te worden om overnames te doen op verfgebied.
Als dat lukt kan AkzoNobel PPG, de huidige nummer één ter wereld op verfgebied, van de troon stoten. En wordt een overname van AkzoNobel een stuk minder waarschijnlijk.