- De veiling van de eerste 5G-frequenties heeft de schatkist 1,23 miljard euro opgeleverd. KPN, VodafoneZiggo en T-Mobile kregen een 5G-licentie.
- Volgens econoom Mathijs Bouman berekenen providers die kosten in principe niet door aan de klanten.
- Maar dat is in de economische theorie alleen het geval als er voldoende concurrentie is. De vraag is of dat op de Nederlandse telecommarkt zo is.
1,23 miljard euro. Dat heeft de veiling van de eerste 5G-frequenties dit jaar opgeleverd, aldus het kabinet.
Dat is meer dan verwacht, zei staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken dinsdag. Het kabinet rekende op zo’n 900 miljoen euro aan inkomsten.
De drie grote telecomproviders KPN, VodafoneZiggo en T-Mobile hebben frequenties in de wacht gesleept. Zij waren ook de enige partijen die tot de veiling waren toegelaten.
Er waren op de drie frequentiebanden (700, 1400 en 2100 megahertz) in totaal 26 vergunningen met een looptijd van twintig jaar te verdelen. De veiling begon op 29 juni. Er waren 90 biedrondes.
De providers moeten aan een aantal eisen voldoen. Zo moet 98 procent van het oppervlak van elke Nederlandse gemeente 'gedekt' zijn. De internetsnelheid zal ongeveer neerkomen op 100 megabit per seconde.
4G-veiling leverde 3,8 miljard euro op
De laatste grote veiling van frequenties voor draadloze communicatie was in 2012, toen met KPN, Vodafone, T-Mobile en Tele2 als succesvolle bieders. De veiling leverde de schatkist 3,8 miljard euro op.
In 2000 telden de providers bijna 2,7 miljard euro neer voor 3G-frequenties. Kamerleden en consumentenorganisaties maakten zich destijds grote zorgen dat de tikken voor mobiel internet door de veiling veel te duur zouden worden.
Maar merken klanten er echt iets van? Berekenen providers de veilingkosten door aan de consument? Nee, legde econoom Mathijs Bouman enkele jaren geleden uit op zijn blog.
“Voor de prijs van een telefoontik zijn op een goed werkende telecommarkt slechts twee factoren van belang: de variabele kosten van een telefoontik en de marktmacht van de ondernemer. Als een bedrijf hoge kosten moet maken om een telefoonminuut te produceren en veel ‘marktmacht’ heeft, zal de prijs hoog zijn. Bij lage variabele kosten en weinig macht is de prijs laag.”
“De miljarden die een deelnemend bedrijf op de veiling gaat betalen, zijn vaste kosten die het moet maken, ongeacht de hoeveelheid telefoontikken die het verkoopt. Dat soort kosten wordt nooit verrekend in de prijs, maar betaald uit de winst.”
De bedragen die providers bij de veiling betalen zijn wat economen ‘verzonken kosten’ noemen. Het zijn kosten die geen cent hoger worden als ze veel MB’s verkopen, en geen cent lager als ze weinig verkopen. “Bij het bepalen van de optimale balans tussen prijsniveau en afzetniveau, spelen die kosten daarom geen enkele rol”, aldus Bouman.
Maar dat is in de economische theorie dus alleen het geval als er voldoende concurrentie is. En de vraag is of dat op de Nederlandse telecommarkt zo is.
Begin 2022 volgt een nieuwe veiling. Dan gaat het om de 3,5 gigahertz-band. Volgens deskundigen zijn die frequenties geschikter voor het behalen van de hoge snelheden die bij 5G worden beloofd. Mogelijk tellen providers daar nog meer voor neer.