Maandag gaan premier Mark Rutte en PVV-leider Geert Wilders voor het eerst tijdens de verkiezingscampagne in debat, bij het verkiezingsdebat van EenVandaag en de Erasmus Universiteit. In de verkiezingsdebatten moeten de lijsttrekkers het niet alleen hebben van de inhoud, maar ook van hun uitstraling.
Op TV zijn uitstraling en mimiek van groot belang. Maar ook de stem speelt een belangrijke rol. Wat kunnen wij leren van het stemgeluid van Mark Rutte, Geert Wilders, Lodewijk Asscher, Jesse Klaver, Sybrand Buma en Emile Roemer? Stemtrainer Elizabeth Ebbink geeft tips.
Les 1: Pas je stem aan voor het gespreksdoel en de omgeving
Het is volgens Ebbink een misverstand om te denken dat we slechts één stemgeluid hebben. “Er zijn honderden manieren waarop we onszelf kunnen uitdrukken. Tegen kinderen praten we heel anders dan tegen collega’s. Je kunt heel veel met je stem. Het is belangrijk om dat te beseffen.”
Ze adviseert om het stemgebruik en spreektempo aan te laten sluiten bij het doel van je gesprek en de omgeving. “Neem je deel aan een elevator pitch, dan moet je stem energie uitstralen. Kies dan voor veel snelheid en variatie in hoge en lage tonen.” In een slecht-nieuwsgesprek daarentegen is het juist van belang om warmte uit te stralen. De stem kan warm klinken in een ontspannen lichaam en gezicht. Dat gaat vaak mis, merkt Ebbink. “Veel mensen vinden het moeilijk om zo’n gesprek te voeren. Ze gaan achterover leunen, maken zichzelf klein en knijpen hun ogen dicht, om het leed buiten te sluiten. Daarmee creëren ze afstand, terwijl juist empathie is geboden.”
Geert Wilders slaagt er als geen ander in om met zijn stem en woordkeuze zijn publiek in vervoering te brengen. “Ik vergelijk hem weleens met een operazanger. Een opera moet gevoel overbrengen en mensen meenemen in het verhaal. Dat doet Wilders briljant, met zijn fabelachtige metaforen.” Met regeren heeft het volgens Ebbink echter niets te maken. “Regeren is overleggen en water bij de wijn doen. De woordkeuze en het stemgeluid van Wilders daarentegen is compromisloos en theatraal.”
Les 2: Je stem kan je boodschap duidelijker maken
Alexander Pechtold en Jesse Klaver hebben volgens Ebbink heel gezonde, duidelijke stemmen. Dat geeft veel aandacht voor de inhoud, maar het nadeel hiervan is dat ze weinig persoonlijke aandacht trekken. Hierdoor weten ze in een tv-debat de toehoorder niet te raken. "Pechtold en Klaver komen koeler en afstandelijker over dan Mark Rutte", meent Ebbink. "Rutte praat een beetje hees, heeft veel hoogtepieken in zijn stem en hij babbelt heel snel, wat actief overkomt. Zijn stem is wat minder inhoudelijk, maar geeft wel een lekker gevoel."
Twee voorbeelden van mensen van buiten de politiek die met hun stem iets teweeg kunnen brengen, zijn Matthijs van Nieuwkerk en Marc-Marie Huijbregts, aldus de stemcoach. "Van Nieuwkerk praat heel veel, heel snel met veel hoogte. Hij straalt uit dat alles interessant is. Dat enthousiasmeert. En Huijbregts heeft met hoge melodieuze vrouwelijke uitschieters een vrolijke en aanstekelijke stem. Zij weten met hun stem een gevoel mee te geven."
Klaver lijkt met zijn stem Pechtold een beetje te imiteren, vindt Ebbink. "Hij is heel ambitieus en goed voorbereid. Maar hij lijkt zo bezig te zijn met de performance dat zijn persoonlijkheid een beetje wegvalt. Hij mist spontaniteit en schiet nooit eens uit zijn rol. Daardoor lijkt hij niet vrij, ontspannen. En juist dat brengt vertrouwen, betrouwbaarheid over. Dat is jammer."
Les 3: Knijpen met de mondhoeken oogt aardig
Terwijl Pechtold en Klaver met hun stemgeluid zakelijk overkomen, klinkt SP-voorman Emile Roemer juist lief. "Hij knijpt zijn mondhoeken tegen elkaar", licht Ebbink toe. "Daardoor komt er in zijn stem een verkleining en schattigheid. Dat past wel bij het sociale gevoel. Hij straalt uit: ik zorg voor je." Daar staat wel tegenover dat het met zulk stemgeluid lastig is om boos over te komen. "Het klinkt een beetje wanhopig als hij dat probeert. Roemer kan niet gemeen uithalen. Hij oogt ongevaarlijk."
Les 4: Hard beginnen en wegvallen is teken van zwakte
Ergens aan beginnen, maar het niet afmaken. Die boodschap klinkt volgens Ebbink onbedoeld door in de stem van Lodewijk Asscher, de aanvoerder van de PvdA. "Hij begint elke zin met kracht en valt vervolgens weer weg. Dat straalt uit: ik wil wel, maar kan het eigenlijk niet. Dat maakt hem zwak. Hij start elke zin met te veel spierkracht in de borst, te veel luchtdruk en kan dat vervolgens niet volhouden." Luid spreken is niet een kwestie van hard duwen, maar van meer trilling, meer resonantie, legt Ebbink uit. En daarvoor is juist souplesse nodig.
Les 5: Zet geen verwijtende toon op
Een stem kan je toehoorders ook irriteren. Volgens Ebbink klinkt elke zin van CDA-lijsttrekker Sybrand van Haersma Buma verwijtend. "Dat zit in de melodie: in elke zin gaat de toon omhoog. Dat komt verwijtend over." Het doet haar denken aan de stem die je in de trein hoort: 'Het volgende station is NAARden-BUSsum. Vergeet u niet om UIT te checken.' "Dat klinkt een beetje verwijtend; alsof de spreker vindt dat je niet goed luistert." Het nadeel hiervan is volgens haar niet alleen dat het mensen afschrikt, maar ook dat je op deze manier niet echt overkomt als een leider. Immers, een slachtoffer maakt verwijten, een leider doet er iets aan.
Behalve de omgeving speelt ook het verwachtingspatroon van toehoorders een rol bij de manier waarop je overkomt. "Van vrouwen wordt vaak gezegd dat ze zo bescheiden zijn, maar dat heeft niet met sekse te maken, maar met uitsluiting. Het is aangeleerd", meent Ebbink. "Het wordt vaak vervelend gevonden als een vrouw interrumpeert. Vrouwen worden namelijk niet geacht meer te praten dan mannen. Ook moeten ze warm overkomen. Dat laatste heeft Hillary Clinton vorig jaar de das om gedaan."