Jarenlang nam het aantal kinderen dat naar de opvang gaat toe. Tot 2012. Sinds dat jaar maken mensen in Nederland minder gebruik van kinderopvang. Wat is er veranderd?
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) ondervroeg 4.600 ouders naar de keuzes die ze hebben gemaakt over opvang en werk. De resultaten zijn maandag gepubliceerd in een rapport (pdf).
De afgelopen jaren nam het aantal kinderen dat naar de opvang gaat af, zoals blijkt uit de onderstaande grafiek.
Hoe komt dat? Vier redenen.
- De belangrijkste reden is financieel van aard. "Vier op de tien ouders die minder kinderopvang hebben dan ze hadden gewild, of dan ze vroeger hadden, wijzen de kosten van de opvang aan als de doorslaggevende reden daarvoor, en bij de meeste anderen speelde deze reden op de achtergrond mee bij hun besluit", stelt het SCP.
- Ook werkloosheid van één van de ouders is een belangrijk argument om minder een beroep te doen op kinderopvang. "Zeer vaak blijkt de moeder of de vader (deels) ontslagen en hebben ze daarom minder opvang nodig."
- Ouders werken minder uren buitenshuis, waardoor ze minder beroep op opvang hoeven doen. Moeders die eind 2011 gebruik maakten van kinderopvang, werken nu gemiddeld 1,6 uur minder dan destijds. Ook de arbeidsduur van de vaders nam iets af.
- Door de economische crisis zag de regering zich genoodzaakt om te bezuinigen, ook op kinderopvang. Daarom is de kinderopvangtoeslag verlaagd in 2011, en een jaar later opnieuw. In 2011 werd de toeslag beëindigd van 116.000 kinderen met dagopvang en van 83.000 kinderen met buitenschoolse opvang. Een jaar later stroomden respectievelijk 133.000 en 98.000 kinderen uit.
Lees ook
Laat je opa en oma oppassen? Gebruik dan deze fiscale truc
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl