- De huidige techrally op de beurs, die aangevoerd wordt door een handjevol grote bedrijven die de Magnificent Seven worden genoemd, zorgt voor grote verdeeldheid onder analisten.
- Een deel vergelijkt de huidige AI-hype met de dotcombubbel van eind jaren 1990 vanwege verschillende parallellen.
- Maar de vergelijking met de zogenoemde ‘Nifty Fifty’ uit de jaren 70 snijdt ook hout. Fondsmanager Cole Smead geeft vier redenen waarom.
- Lees ook: Beursrally: is dit nog een moment om mee te doen, als je niet was ingestapt?
Beleggers storten zich massaal op grote technologiefondsen die naar verwachting profiteren van de AI-hype. Dat zorgt in de VS voor een stroom van geld naar de zogenoemde ‘Magnificent Seven’. Tot de groep behoren Apple, Amazon, Microsoft, Meta, Google/Alphabet en Tesla, die worden aangevoerd door chipfabrikant Nvidia.
Bij de huidige techrally op de beurs wordt vaak de vergelijking getrokken met de dotcombubbel meer dan twee decennia geleden. Albert Edwards, de beleggingsstrateeg van zakenbank Société Générale die de internetzeepbel voorspelde, wijst er in een recent rapport op dat de marktkapitalisatie van de technologiesector als percentage van de S&P 500-index nu hoger is dan in het jaar 2000.
Beleggingsstrateeg Michael Hartnett van Bank of America benadrukt het feit dat er sprake is van stijgende obligatierentes én een stijging van de door technologiefondsen gedomineerde Nasdaq-index, wat ook in 1999 gebeurde. Dit terwijl stijgende rentes vanuit fundamenteel oogpunt niet gunstig zijn voor techfondsen.