Beleggen in leningen die geen rente opleveren, maar waar je geld op toelegt. Zo’n negatieve rente klinkt onnatuurlijk, maar toch zijn er beleggers die dergelijke obligaties kopen. Daar zijn vier redenen voor aan te wijzen.

Een obligatie is niets meer dan een verhandelbaar schuldbewijs van bedrijven of overheden die geld hebben geleend van beleggers.

Naast het feit dat een obligatiebelegger zijn geld na afloop van de looptijd in beginsel terugkrijgt, wordt normaliter rente ontvangen.

Dus bij het uitlenen van 1.000 euro met een rente van 5 procent en een looptijd van een jaar krijgt een investeerder na twaalf maanden zijn uitgeleende 1.000 euro plus 50 euro rente terug.

Negatieve rente

Bij een negatieve rente is sprake van een omgekeerde wereld: beleggers moeten geld toeleggen op het bezit van obligatieleningen.

De tienjaars-obligatie van Japan werd onlangs voor een negatief rentetarief van 0,04 procent in de markt gezet. Maar ook bij verschillende centrale banken en bij staatsobligaties van Denemarken en Zweden wordt een negatieve rente gehanteerd.

Het Britse weekblad The Economist geeft drie verklaringen waarom beleggers toch kiezen voor dergelijke obligatieleningen. Financieel blogger Cullen Roche doet er eentje bij.

1) Pensioenfondsen en verzekeraars

Ten eerste zijn er partijen die obligaties moeten bezitten, ongeacht het rendement. Onder meer verzekeringsmaatschappijen houden obligaties aan als onderdeel van hun beleggingen. Ook pensioenfondsen bezitten obligaties om zekerheid te hebben dat ze aan uitkeringsverplichtingen kunnen voldoen.

Banken hebben daarnaast staatsobligaties nodig vanwege zogenoemde liquiditeitseisen. Dat wil zeggen: ze moeten beschikken over verhandelbaar schuldpapier dat makkelijk omgezet kan worden in contant geld.

Daarnaast worden obligaties door banken als onderpand gebruikt bij leentransacties op valutamarkten.

2) Valutaspeculatie

Naast partijen die min of meer verplicht beleggen in obligaties, ongeacht de renteniveaus, zijn er ook beleggers die obligaties gebruiken om te speculeren op valutabewegingen.

Zo worden bijvoorbeeld Japanse obligaties uitgegeven in yen. Wanneer een eurobelegger Japanse obligaties koopt en de Japanse munt stijgt in waarde, kan dit een negatieve rente meer dan compenseren door een positief valuta-effect.

3) Obligaties als veilige haven

Op de derde plaats noemt The Economist risicomijdende beleggers. De gedachte is dan dat het beter is om een klein verlies in de boeken te zetten, dan het risico te lopen en elders nog veel meer te verliezen.

Europese aandelenbeurzen staan momenteel zo'n 20 procent onder de piekniveaus van 2015. Ook de prijzen van grondstoffen zijn fors gedaald.

Door te kiezen voor relatief veilige obligaties konden pensioenfondsen, vermogensbeheerders en andere grote beleggers zich de afgelopen maanden beschermen tegen koersdalingen op aandelen- en grondstofmarkten, zelfs als die obligaties een negatief rendement opleverden.

4) Gokken op koersstijging

Een vierde reden om in obligaties met een negatieve rente te stappen, wordt gegeven op de site Business Insider door financieel blogger Cullen Roche. In een rekenvoorbeeld legt hij uit dat bij het kopen van een obligatie met een rendement van 0,01 procent en een resterende looptijd van tien jaar nog altijd een waardestijging kan plaatsvinden.

Immers als de marktrente verder daalt, bijvoorbeeld doordat nieuw schuldpapier tegen lagere rentes wordt uitgegeven, zal de waarde van oudere obligaties op de beurs stijgen. Rente en koersen van obligaties bewegen namelijk tegengesteld.

Als een belegger verwacht dat het rendement op obligaties negatief of negatiever wordt, kan deze geld verdienen aan waardestijgingen van obligaties.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl