ANALYSE – In het regeerakkoord van het kabinet Rutte III kondigden VVD, CDA, D66 en ChristenUnie een grote wijziging in het pensioenstelsel aan. De pensioenplannen zetten het Nederlandse stelsel op zijn kop.
Rutte III gaat aardig tekeer: het wereldwijd geroemde Nederlandse pensioenstelsel gaat op de schop. Niet meteen, want alles gebeurt in samenwerking met werkgevers en werknemers. Dan weet je al: dat kan even duren.
Naar verwachting zullen de veranderingen pas na 2020 worden doorgevoerd. Deze 4 dingen gaan er veranderen als het aan het kabinet ligt – we zetten de belangrijkste gevolgen op een rij:
1. Eerlijker pensioenopbouw
Voortaan krijg je het pensioen dat je hebt opgebouwd. Klinkt logisch, maar nu is dat nog niet het geval, omdat de zogenaamde doorsneesystematiek geldt. Die houdt in dat je als jongere voor elke ingelegde euro evenveel pensioen krijgt als een oudere werknemer. Terwijl een euro die wordt belegd voor het pensioen van een 30-jarige veel meer pensioen zou moeten opleveren, omdat die inleg veel langer rendeert dan de premie van een 60-jarige.
Jongeren bouwen dus minder pensioen op dan waarop zij recht hebben en subsidiëren zo het pensioen van oudere werknemers. Volgens de kabinetsplannen gaat dit veranderen. Dan bouwen jongeren voor elke ingelegde euro meer pensioen op dan ouderen.
Voordeel: het stelsel wordt eerlijker, want je krijgt wat je betaalt. En het bevordert de arbeidsmobiliteit, want de prikkel verdwijnt om als 45-plusser in loondienst te blijven vanwege de pensioensubsidie.
Nadeel: 45-plussers die nu nog pensioen opbouwen, lopen pensioensubsidie mis; eventuele compensatie kost veel geld en is een complexe operatie.
2. Eigen pensioenpot
Hiermee wordt zichtbaar wat er voor je eigen pensioen is opgebouwd. You see what you get. Daarmee is van meet af aan duidelijk dat de hoogte van je pensioen niet jaren van tevoren voor 100 procent kan worden gegarandeerd.
Nu is deze garantie ook al vaak een schijnzekerheid, maar pensioenfondsen zijn gedwongen te doen alsof. Daarbij spelen begrippen als rekenrente en dekkingsgraad een belangrijke rol.
Een persoonlijke pensioenpot betekent wel dat beleggingsrisico's anders worden gedeeld: afhankelijk van de beursontwikkeling kan de ene generatie een wat gunstiger pensioen overhouden dan de andere.
Belangrijk te weten: de meeste risico’s blijven ook in het nieuwe stelsel collectief gedekt. Dat is het risico dat je heel oud wordt (langlevenrisico) en de risico’s van voortijdig overlijden (nabestaandenpensioen) en arbeidsongeschiktheid.
Voordeel: er komt een realistischer beeld van het opgebouwde pensioen. De krampachtige discussie over de rekenrente en dekkingsgraden verdwijnt.
Nadeel: het kan mensen onzeker maken en vergt uitleg en gewenning.
3. Lumpsum pensioen
Een deel van het pensioen mag in één keer worden uitgekeerd. Nu nog moet het hele pensioen levenslang worden uitgekeerd, al mag je iets variëren met de hoogte van de uitkeringen (hoog/laag-pensioen).
Voordeel: binnen is binnen. Je kunt bijvoorbeeld je hypotheek aflossen of leuke dingen doen.
Nadeel: als je het verbrast, zit je later misschien met een pensioentekort. Vooral mensen met een lage levensverwachting zullen dit doen; daarmee verstoren ze de actuariële sommetjes.
4. Open voor zelfstandigen
Nu nog kunnen zzp’ers, ondernemers en werknemers zonder pensioenregeling alleen pensioen opbouwen met een lijfrente. In de toekomst mogen zij ook meedoen in een pensioenfonds – als er pensioenfondsen zijn die zich daarvoor openstellen.
Voordeel: er komen schaalvoordelen voor zelfstandigen die deelnemen aan pensioenregelingen. Het wordt ook
makkelijker om te switchen tussen een rol als werknemer en ondernemer, wat goed is voor de economie.
Nadeel: geen.
Paul van der Kwast is onafhankelijk financieel planner en verdient geen geld aan de verkoop van financiële producten. Voor Business Insider volgt hij de pensioenontwikkelingen op de voet.