- Topbelegger Warren Buffett behoort tot de uitzonderlijke individuele beleggers die over een langere periode beter hebben gepresteerd dan de markt.
- De meeste beleggers slagen er echter niet in over een langere periode een hoger rendement te halen dan brede aandelenindices.
- Beursexpert Hendrik Oude Nijhuis legt uit welke 3 factoren het lastig maken om de markt te verslaan.
ANALYSE – De meeste beleggers – particulieren en professionals – slagen er niet in de beurs bij te benen, laat staan deze over een wat langere periode te verslaan. Zo bezien is beleggen in een indexfonds, bijvoorbeeld gebaseerd op de S&P 500-index, voor menigeen zo’n slecht idee nog niet.
Dat zo weinig beleggers de beurs verslaan, hangt samen met drie factoren, waarmee het sowieso goed is om bekend te zijn. Ik loop ze hieronder kort langs.
1) Kosten van beleggen
De eerste factor die maakt dat het velen niet lukt de beurs te verslaan, hangt samen met kosten. Denk onder meer aan kosten van beleggingsinformatie, kosten gerelateerd aan het doorvoeren van transacties en misgelopen inkomsten vanwege tijd gespendeerd aan beleggen. Bij beleggen in een indexfonds spelen al deze kosten beduidend minder.
2) Psychologie
Tweede factor die maakt dat maar weinig beleggers beter presteren dan de beurs, hangt samen met psychologie, met name angst en hebzucht. Wanneer aandelen fors gestegen zijn, de waarderingen hoog zijn en optimisme hoogtij viert, is menig belegger geneigd (extra) te beleggen. Dat is dikwijls een nogal ongunstig moment.
En wanneer aandelen weer eens een tijdlang zijn gedaald en daarmee eveneens de waarderingen, is menigeen geneigd tot verkopen.
Bij beleggen in beleggingsfondsen gaat bovenstaande ook op. Dat maakt opvallend genoeg dat de gemiddelde belegger in een fonds vaak een slechter rendement behaalt dan het fonds zelf.
Als voorbeeld van het gebrek aan discipline wijst de bekende value-belegger Joel Greenblatt op het best presterende beleggingsfonds tussen de jaren 2000 en 2009. Het gemiddeld rendement van dit fonds bedraagt een fraaie 18 procent per jaar. De gemiddelde belegger in dit fonds slaagde er echter in een rendement te realiseren van minus 11 procent per jaar.
3) Ongelijke verdeling van rendement op aandelen
Naast het bovenstaande is er nog een derde factor. Het rendement van aandelen is namelijk zeer ongelijk verdeeld. Hoogleraar finance Hendrik Bessembinder, verbonden aan Arizona State University, deed er uitvoerig onderzoek naar. Zijn bevinding: slechts een paar procent van alle aandelen (minder dan 5 procent) is goed voor al het rendement.
De kans dat een willekeurig aandeel beter presteert dan de beurs zelf is op de zeer korte termijn (zeg een dag) ongeveer 50 procent. Op de heel lange termijn (zeg twintig jaar of meer) daalt deze kans tot minder dan 5 procent. De kans dat een willekeurig geselecteerd aandeel slechter presteert dan de beursindex is daarmee op de langere termijn bijzonder groot: meer dan 95 procent.
Bovengenoemde drie factoren verklaren dat maar weinig beleggers op termijn de beurs weten te verslaan. En dat maakt beleggen in een indexfonds gebaseerd op bijvoorbeeld de S&P 500-index voor velen best een aantrekkelijke optie. Zelfs topbelegger Warren Buffett, die de S&P 500 over een langere termijn heeft verslagen met zijn investeringsvehikel Berkshire Hathaway, is daarvan gecharmeerd.
Hendrik Oude Nijhuis is medeoprichter van beleggingsfonds ValueMachinesFund en heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is gratis beschikbaar.