Christine Lagarde stond donderdag voor het eerst in de schijnwerpers als president van de Europese Centrale Bank (ECB). De persconferentie over het rentebesluit bracht weinig nieuws, maar er valt het nodige werk te verzetten voor Lagarde.
De Franse jurist Lagarde heeft een lange staat van dienst binnen de Franse politiek en het Internationaal Monetair Fonds. Sinds 1 november is ze baas van de ECB, één van machtigste financiële functies ter wereld. Maar het is absoluut geen makkelijke rol.
Er zijn drie redenen waarom de baan van Lagarde bij de ECB extra zwaar is.
1. Vrouwen zijn schaars in de top van de ECB
De directie van de Europese Centrale Bank bestaat momenteel uit vijf mensen en er is nog één vacature. Lagarde is de enige vrouw en werkt met vier mannen in de bestuursraad. Vicepresident van de ECB is de Spanjaard Luis de Guindos.
De ‘gewone’ directieleden zijn de Fransman Benoît Cœuré, Luxemburger Yves Mersch en de Ier Philip R. Lane. De vacature wordt waarschijnlijk vervuld door de Duitse econome Sabine Schnabel, die woensdag officieel werd voorgedragen. Daarmee zou er een tweede vrouw tot de directie van de ECB toetreden.
Voor Lagarde is zich bewegen in een door mannen gedomineerde wereld niet nieuw. Ze was acht jaar algemeen directeur van het Internationaal Monetair Fonds. Er zijn 24 directeuren binnen de board van het IMF. Dat waren en zijn in ruime meerderheid mannen. Op dit moment is slechts één op de acht IMF-directeuren vrouw.
2. Ze is geen (macro-)econoom
Wat maakt je opleiding of studie nog uit als je jaren van dienst hebt, zou je zeggen. Toch valt Lagarde uit de toon in het bolwerk van centrale bankiers in Frankfurt: ze is geen econoom en heeft geen ervaring bij een centrale bank. Haar voorganger, de Italiaan Mario Draghi, was bankier en econoom.
Lagarde is van huis uit jurist. Ze begon haar loopbaan als universitair docent overeenkomstenrecht in Parijs. Vervolgens was ze van 1981 tot 1999 advocaat voor grote multinationale bedrijven. Vanaf 2005 kwam ze in de politiek. Haar focus werd economisch vanaf 2007 toen ze de Franse minister van Economische Zaken en Financiën werd.
Uit hun cv's is af te leiden dat drie van de vijf huidige ECB-directieleden economische opleidingen hebben gedaan. Spanjaard Luis de Guindos is cum laude afgestudeerd in de economie, Fransman Benoît Cœuré heeft een master in Economische Analyse en Beleid, Ier Philip R. Lane haalde een doctorsgraad in de economische wetenschappen aan Harvard. En aspirant-directielied Sabine Schnabel is in Duitsland hoogleraar economie.
Maar Yves Mersch uit Luxemburg is ook jurist en heeft een postacademische graad in politieke wetenschappen.
3. Ze moet de kloof tussen Noord en Zuid dichten in de eurozone
Het lagerentebeleid dat werd ingezet door Lagardes voorganger Draghi leidt tot scheve gezichten binnen Europa. Voor de zuidelijke eurolanden is de ruime beschikbaarheid van goedkoop geld prettig, maar voor landen als Nederland en Duitsland zijn er tal van schadelijke neveneffecten.
De ECB voert de lage inflatie in de eurozone aan als reden waarom de rente laag mag blijven. Door monetaire stimulering hoopt de centrale bank bedrijven en consumenten te verleiden méér te besteden en te investeren, omdat ze zeer goedkoop kunnen lenen. Dit zou uiteindelijk ook de Europese inflatie een zetje moeten geven.
Maar in Nederland is de inflatie al relatief hoog. Het goedkoopgeldbeleid van de ECB zorgt ervoor dat spaarrentes veel lager zijn dan past bij de stand van de Nederlandse economie. Spaarders zien de waarde van hun geld verdampen door een combinatie van lage rentes én een hoge inflatie in Nederland. En voor pensioenfondsen zorgt de lage rente ervoor dat de financiële buffers worden aangetast.
President Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB) heeft al openlijk kritiek geleverd op de beslissing van de meerderheid van zijn collega’s om de geldkraan van de ECB verder op te zetten en rentes kunstmatig omlaag te duwen. De spanning tussen Noord- en Zuid-Europa neemt toe.
Aan Lagarde mede de taak om de verschillende belangen binnen Europa in balans te brengen.