In Nederland vallen vier op de tien werknemers in de categorie flexwerkers. Dat is fors meer dan in anderen landen. Over de positie van flexwerkers is veel discussie. Het Centraal Planbureau noemt donderdag drie manieren waarop we kunnen sleutelen aan de verhouding tussen flex en vast.

Tot flexwerkers behoren zowel werknemers met een tijdelijk contract als zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers).

Flexwerk helpt de economie om schommelingen in de economische conjunctuur op te vangen, maar de kritiek is dat vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt risico’s van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid op flexwerkers worden afgewenteld.

Het CPB stelt in een rapport dat je in principe aan drie knoppen kunt draaien.

1) Strengere regels voor flexwerk

  • De door staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes ingevoerde wet DBA maakt opdrachtgevers medeverantwoordelijk voor de bewijsvoering dat iemand echt zelfstandige is. Het idee is dat hiermee schijnzelfstandigeheid wordt aangepakt, waarbij een zelfstandige stiekem vooral voor één werkgever werkt en laatstgenoemde goedkoper uit is omdat er geen werkgeverslasten voor sociale premies verschuldigd zijn.
  • Een andere mogelijkheid is het gelijktrekken van de arbeidsvoorwaarden voor flexwerkers die via payrollbedrijven worden ingehuurd en werknemers die direct in dienst zijn bij een bedrijf.
  • Als derde noemt het CPB het invoeren van een minimum uurtarief voor zzp’ers, om kostenverschillen tussen werknemers in dienst en zelfstandigen te reguleren.
  • Ook kan gekozen worden voor de afbouw van fiscale voordelen voor zzp’ers zoals de zelfsstandigenaftrek.
  • Kostenverschillen tussen flex en vast kunnen ook verkleind worden door de inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekering bij zzp’ers en werknemers gelijk te trekken.

2) Kosten en bescherming vaste contracten aanpakken

  • Werkgevers zijn mogelijk geneigd mensen sneller in dienst te nemen als de ontslagvergoeding daalt (of in ieder geval de  maximale ontslagvergoeding).
  • Een versoepeling van het ontslagrecht kan ook door de preventieve toets af te schaffen, waarbij vooraf gekeken moet worden of een ontslag wel rechtsgeldig is.
  • Snijden in de ww-voorzieningen is een andere variant die de kosten van vaste dienstverbanden voor werkgevers beperkt. Dat kan via een kortere duur van de ww-uitkering, een lagere maximale ww-vergoeding of het afbouwen van bovenwettelijke aanvullingen op de ww.
  • Een variant op dit thema is het verlagen van de werkgeverslasten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid, bijvoorbeeld door kortere loondoorbetaling van werkgevers bij ziekte en een lager maximum dagloon voor arbeidsongeschikten.
  • Tot slot kan ook de bijdrage van werkgevers aan pensioenen van werknemers beperkt worden, bijvoorbeeld door het plafond voor de fiscaal gefaciliteerde steun aan de pensioenopbouw verder te verlagen tot onder de 100 duizend euro.

3) Flexwerkers meer sociale zekerheid bieden

  • Het verkleinen van de kloof tussen de kosten en risico’s van flexwerk en vaste banen kan ook met maatregelen die flexwerkers meer zekerheden geven, met als bekendste variant een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers.
  • Ook kan gekeken worden om ontslagvergoedingen toepasbaar te maken op tijdelijke contracten, eventueel in combinatie met een verlaging van de ontslagvergoeding voor vaste werknemers.
  • In dit rijtje past ook een algemeen pensioenfonds voor zzp’ers.

LEES OOK: Je eigen huis als pensioenpot? Dit zijn de opties