De Nederlandse IT-branche heeft een enorm luxeprobleem. De zaken gaan zo
buitengewoon goed, dat er een ernstig tekort aan arbeidskrachten is
ontstaan. Zeven op de tien ondernemers in de sector zegt daardoor nu al
inkomsten mis te lopen. Desondanks zal de helft van de IT-bedrijven in het
vierde kwartaal weer nieuwe vacatures openen. Meer dan een derde verwacht –
dwars door de arbeidsschaarste heen – een hogere omzet te boeken.
Ondernemers in andere takken van de zakelijke dienstverlening zijn al
net zo optimistisch. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vatte de
stemming dinsdag bondig samen: “Het aantal ondernemers dat verwacht in het
vierde kwartaal van 2007 meer orders te ontvangen en een hogere omzet te
boeken, overtreft ruimschoots het aantal dat een afname voorziet”. Ook zijn
de dienstverleners zeer te spreken over het economische klimaat van
Nederland en verwacht een meerderheid de komende tijd meer personeel aan te
nemen.
Voor die extra mensen zullen ze onder meer aankloppen bij uitzendbureaus. In
die bedrijfstak verwacht dan ook drie kwart van de bedrijven groei van de
omzet. Slechts zes procent houdt rekening met krimp. De uitzendbranche is
daarmee de meest optimistische sector van het land.
Leuk voor Randstad en USG People, maar ook prima voor de rest van de
Nederlandse economie. De uitzendsector is een uitstekende macro-economische
indicator. Zolang de uitzenders er in blijven geloven, houden we de recessie
buiten de deur.
Ondernemers in de industrie zijn al net zo optimistisch als de
dienstverleners. Het producentenvertrouwen kwam in oktober uit op 8,6. Dat
is meer dan een punt hoger dan in september. Sinds het CBS in 1985 met meten
ervan begon, waren er maar vier maanden waarin het producentenvertrouwen nog
hoger lag. Niet toevallig vielen die vier maanden allemaal in de afgelopen
anderhalf jaar.
De huidige hoogconjunctuur lijkt daarmee nog steviger dan die van de gouden
jaren vlak voor en rond de eeuwwisseling. Tijdens de hyper-optimistische
jaren van de internethype tikte het producentenvertrouwen maar één maand de
8,6 punten aan. Precies zeven jaar geleden, in oktober 2000 was het
vertrouwen net zo hoog als nu. Dat was toen de absolute piek van de
hoogconjunctuur, vlak voor het knappen van de dotcombubbel.
Het fundamentele verschil met die periode is dat de meeste zeepbellen
nu al doorgeprikt zijn. Kredietcrisis, beurscorrectie, olieprijsstijging,
dure euro en een afkoelende Amerikaanse huizenmarkt, het is door de
ondernemers allemaal ingecalculeerd. En toch zien ze de toekomst vol
vertrouwen tegemoet.
Zo’n breed gedragen hoogconjunctuur kan wel tegen een stootje. Ongetwijfeld
zullen er ook in de komende maanden weer nieuwe tegenvallers worden gemeld.
Beursgenoteerde bedrijven zullen klagen over omzetdaling in de Verenigde
Staten, exporteurs zullen jammeren over de dure euro en bij financiële
instellingen rollen vast weer nieuwe lijken uit de kast. Laat je er niet gek
door maken. De economie kan het hebben.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl