Unilever ziet de vraag naar zijn producten vertragen in Azië, terwijl de inkomsten in Noord-Amerika juist aantrekken. Daarmee is de staat van de wereldeconomie weerspiegeld in de resultaten van de Brits-Nederlandse multinational, die bekend is van merken als Unox, Dove en Knorr.

De wereldeconomie draait op slechts één motor: die van de VS. Dat concludeerde de Wereldbank vorige week in een halfjaarlijks rapport over de wereldeconomie. De Amerikaanse economie zal volgens de organisatie dit jaar met 3,2 procent in omvang toenemen, tegenover 2,4 procent in 2014.

Azië en Europa kampen ondertussen met groeivertragingen. De Chinese economie groeide vorig jaar weliswaar met 7,4 procent, maar dat is de zwakste groei sinds 1990. De eurozone worstelt met de lage inflatie, waardoor de economie dit jaar met hooguit iets meer dan één procent zal groeien, denkt de Wereldbank.

Het Internationaal Monetair Fonds kwam dinsdag tot een vergelijkbare conclusie: in de VS trekt de groei aan, de eurozone kwakkelt en in opkomende landen verzwakt de groei.

Unilever: barometer voor wereldeconomie

Het Brits-Nederlandse Unilever, waarvan de producten over de hele wereld in de schappen liggen, fungeert in zekere zin als een barometer voor de globale economische activiteit, blijkt uit de dinsdag gepubliceerde jaarcijfers (pdf). Want die weerspiegelen tamelijk precies de mondiale groeitrends.

In Europa blijft het kwakkelen. De omzet daalde vorig jaar met 2,1 procent, gecorrigeerd voor valuta-effecten en overnames. De prijzen daalden eveneens, door de hevige concurrentie in veel landen en deflatie.

In Afrika en Azië was het beeld wisselend. In Indonesië, India, Turkije en de Filipijnen namen de opbrengsten met dubbele cijfers toe, mede door het uitbreiden van het distributienetwerk. Maar in Afrika, China en Thailand was de vraag zwakker dan verwacht.

Blijft over de Amerika's, met een onderliggende omzetgroei van 5,4 procent. Unilever groeide harder dan de markt in Latijns-Amerika en zag de omstandigheden in Noord-Amerika verbeteren, gesteund door de verkoop van ijsjes en deodorant.

Zeep doet het beter dan margarine

Over deodorant gesproken, de divisie voor persoonlijke verzorgingsmiddelen met merken als Dove en Rexona boekte vorig jaar 3,5 procent meer inkomsten, gecorrigeerd voor wisselkoersen.

Ook Refreshment, de tak waaronder Lipton-thee en Ola-ijs vallen, presteerde goed (plus 3,8 procent). Kampioen was de divisie met was- en schoonmaakmiddelen (Cif, Omo), met onderliggend 5,8 procent meer inkomsten.

Zorgenkindje was eens te meer de voedingstak (Knorr, Becel), dat de omzet met 0,6 procent zal dalen. Unilever wijt dat aan de afnemende vraag naar margarine in Europa en Noord-Amerika. Afgaande op de prijsgroei van 0,6 procent, kan het concern de lagere afzet niet volledig compenseren met hogere prijzen. De margarine van Unilever is voor consumenten blijkbaar niet zo speciaal dat ze er meer geld voor overhebben.

Vorige maand zette Unilever de divisie voor smeerbare producten, waaronder de margarines, apart van de rest van het bedrijf, waarmee de multinational het relatief eenvoudig maakt om het bedrijfsonderdeel te verkopen.

Margarines vormen de historische basis van Unilever, dat in 1930 ontstond uit de fusie tussen het Nederlandse bedrijf Margarine Unie en de Britse zeepfabrikant Lever Brothers.

De smeerbare producten maken zo'n 7 procent uit van de totale omzet van Unilever. De groei van de spreads is echter beperkt en zet volgens financieel bestuurder Jean-Marc Huët een rem op de prestaties van de gehele voedingstak van Unilever.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl