Gaat het over mannenkleding, dan gebruiken modewebsites en -tijdschriften al snel jargon.
Hoewel het vast niet de bedoeling is, haakt op dat moment een groot deel van de lezers af.
Want: wat is nou eigenlijk bespoke? En welke man kan in één zin het verschil tussen een sjaalkraag en revers uitleggen?
Gaat er bij jou geen belletje rinkelen en heb je geen zin om iemand met deze vragen lastig te vallen? Hieronder vind je een overzicht om toch goed voor de dag te komen.
Revers
De gevouwen stof aan de voorkant van een jasje. Revers hebben meestal een inkeping of spitse punten en zouden qua breedte in proportie moeten zijn met je das.
Sjaalkraag
Een revers zonder inkeping of punten.
Bespoke / Tailoring
Op zijn Nederlands zeggen we ook wel 'maatpak'. Een kledingstuk dat helemaal op maat en naar jouw smaak is gemaakt. Je kunt alles kiezen, van stof tot stiksel.
Black Tie
Black tie: het codewoord voor een zwarte smoking met een witte blouse en een zwarte strik. Eventueel kun je ook nog een satijnen cumberband (buikband) dragen, maar daar wordt steeds minder voor gekozen. Hoe dan ook: zwarte sokken en lakleren schoenen zijn een must bij black tie!
White Tie
De meest formele dresscode die er te vinden is. Het verschil met black tie zit hem de strik. Die is niet zwart, maar wit (hoe verrassend).
Een rokkostuum (zwarte jas met zijden revers, waarvan de achterpanden langer zijn dan de voorkant én een broek met dubbele bies langs de zijnaden) is verplicht. Oh, en zorg ervoor dat het stijve witte overhemd een openstaande boord heeft met omgeslagen punten.
Jacquet
Een jacquet is een lange, zwarte jas met rond weggesneden voorpanden en een gestreepte broek zonder omslag. Daarbij draag je een wit hemd met blinde knoopsluitingen en dubbele manchetten. Eventueel kun je het pak combineren met handschoenen, een zwarte of grijze hoge hoed en gladde, zwarte schoenen.
Veel Nederlandse mannen trouwen in een jacquet. In dat geval is het grijs voor de bruidegom en de gasten dragen zwart.
Tenue de ville
De letterlijke vertaling van tenue de ville is 'stadskledij'. Ofwel: nette kledij voor overdag. Denk aan een simpel, net donkerblauw of grijs pak (geen bruin!) met een hemd en das, zwarte schoenen en donkere sokken.
Bootcut
Een vaak ietwat onflatteuze broek waarbij de pijpen rond de enkels wijder zijn. Daar komt de naam ook vandaan: het was vroeger de bedoeling dat de broek over de werkschoenen zou vallen.
Oxford
Een overhemd gemaakt van Oxford-stof. Deze stof is op zo'n manier geweven, dat hij wat glans krijgt. Het is de meest casual blouse in het spectrum van de formele blouses. De term 'oxford' kan ook verwijzen naar een iets nettere schoen.
Cardigan
Een vest met een V-hals en knopen.
Chino
Verwijst naar de stof waar de broeken meestal van gemaakt zijn.
Double-breasted
Een jasje met twee rijen knopen die allebei zichtbaar zijn als het jasje dichtgeknoopt is.
Raw denim
Deze jeansstof is niet gewassen nadat het geverfd is. Raw denim is meestal blauw, zwart of grijs en de kleur vervaagt tijdens het dragen.
Brogues
Een schoen met daarop een geperforeerd patroon. De schoenen zijn iets meer casual dan effen pakschoenen.
Bandplooibroek
Een ruimvallende broek voorzien van plooien vanuit de tailleband. Hierdoor ontstaat er meer ruimte op het bovenbeen en wordt hij gezien als een tikkie ouderwets.
Merino-wol
Wol van het Merino-schaap. Deze soort wol is vaak zachter dan die van andere soorten schapen.