Een op de vijf zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) voelde afgelopen jaar de negatieve gevolgen van de nieuwe wet die in het leven is geroepen om schijnconstructies tegen te gaan.
Dat komt neer op circa 122.000 zelfstandigen die één of meer opdrachten misliepen, zo concludeert de Kamer van Koophandel (KvK) maandag na eigen onderzoek.
Enerzijds voelen opdrachtgevers zich onzekerder over het inhuren van zzp’ers. Daarnaast wordt ook steeds vaker een beroep gedaan op een tussenpersoon zoals een bemiddelaar of een payrollbedrijf om risico’s in te dammen. De zzp’er verliest hierdoor wel zijn zelfstandigheid en soms ook zijn fiscale voordelen, benadrukt de KvK.
Ondernemerschap zzp’er
De zogenoemde wet DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelaties) moest zzp’ers en opdrachtgevers vooraf zekerheid bieden dat hun werkrelatie achteraf niet als een verkapt dienstverband wordt beschouwd. Maar in plaats daarvan zijn de ondernemers volgens criticasters in grote onzekerheid beland.
Dit heeft vooral te maken met de gedeelde verantwoordelijkheid van de zzp’er en diens opdrachtgever en het gebrek aan juridische zekerheid. Zzp’ers en hun opdrachtgevers moeten zogenoemde modelcontracten ondertekenen die duidelijk maken dat de zelfstandige daadwerkelijk een ondernemer is met diverse inkomstenbronnen.
In de opzet van de wet DBA geeft de fiscus echter niet vooraf zekerheid over de geldigheid van de modelcontracten. Opdrachtgevers kunnen dus in theorie achteraf door de Belastingdienst op de vingers getikt worden. Ze moeten dan alsnog werkgeverslasten afdragen als de fiscus oordeelt dat eigenlijk sprake is van verkapt werknemerschap.
Door felle kritiek op de wet DBA zag staatssecretaris Eric Wiebes (Financiën) zich eerder al genoodzaakt de handhaving tot zeker 1 januari 2018 op te schorten.