- Er komt een nieuwe regeling aan waarmee je 10 procent van je opgebouwde pensioenkapitaal in één keer kan opnemen, op het moment dat je de pensioenleeftijd bereikt.
- De regeling zou op 1 januari 2024 ingaan, maar dat is uitgesteld tot 1 juli van volgend jaar.
- Een hap uit je pensioenpot nemen heeft voor- en nadelen. Financieel adviseur Jeroen Wolfsen berekende hoe de regeling kan uitpakken.
- Lees ook: Vóór je 67ste met pensioen? Zoveel lager valt je pensioenuitkering uit
In het pensioenakkoord dat het kabinet Rutte afsloot met werkgevers en vakbonden, is afgesproken dat het mogelijk moet worden om 10 procent van je opgebouwde pensioenkapitaal in één keer op te nemen, op het moment dat je de pensioenleeftijd bereikt.
De invoering van deze nieuwe regeling, laat echter op zich wachten.
Oorspronkelijk zouden gepensioneerden vanaf 1 januari 2024 maximaal 10 procent van hun pensioen in één keer op kunnen nemen, maar minister Carola Schouten van Pensioenen heeft de Eerste en Tweede Kamer woensdag in een brief laten weten dat die datum niet haalbaar is.
Het wordt nu 1 juli 2024.
De regeling geldt voor mensen die met pensioen gaan en pensioen hebben opgebouwd via een werkgever of zelf voor hun oude dag hebben gespaard via een lijfrente.
Volgens Schouten hebben pensioenuitvoerders minstens 6 tot 9 maanden nodig om deelnemers goed te informeren, en om de optie in hun systemen op te nemen.
Van uitvoerders hoort ze dat deelnemers aan pensioenregelingen hun pensioen uitstellen om gebruik te kunnen maken van de eenmalige, hoge uitkering, daarom wil ze deze mogelijkheid zo snel mogelijk invoeren.
Werknemers kunnen namelijk alleen 10 procent in één keer opnemen op de datum dat ze de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken, zo luidt één van de vier belangrijke voorwaarden van de regeling die we hieronder op een rij hebben gezet.
Voorwaarden 10% procent pensioen in één keer opnemen
- De hoogte van het bedrag is maximaal 10% van het opgebouwde ouderdomspensioen
- Het bedrag kan alleen op de pensioendatum worden opgenomen
- Stapelen met hoog-laagpensioen kan niet. Je kan dus niet kiezen voor een hogere uitkering in de eerste jaren van je pensioen en een lagere uitkering in de jaren erna.
- Na de eenmalige opname moet de resterende levenslange pensioenuitkering boven de afkoopgrens van kleine pensioenen liggen. In 2023 kun je afkopen als je pensioen lager is dan 594,89 euro per jaar.
Hoewel de nieuwe regeling pas over een krap jaar ingaat, krijgt directeur Jeroen Wolfsen van financieel adviesbureau Moneywise, er al veel vragen over. Het kan interessant zijn om 10 procent van je pensioen bij de start op te nemen, schrijft hij in een blog op Moneywise.
Een van de voordelen is dat je het geld vrij kunt inzetten, bijvoorbeeld om je huis te verbouwen of voor de aankoop van een nieuwe auto. Je rekent dan wel eerst met de fiscus af, want over de bruto uitkering betaal je in principe inkomstenbelasting. Het netto bedrag kun je dan naar eigen inzicht besteden.
Voor mensen met een relatief korte levensverwachting kan de nieuwe regeling een mogelijkheid zijn om meer van hun pensioengeld te genieten, dan als hun opgebouwde kapitaal alleen via de reguliere manier vrijkomt in maandelijkse uitkeringen.
Maar volgens Wolfsen zijn er ook nadelen als je 10 procent van je pensioen in één keer opneemt. Aangezien je in één keer een relatief grote hap van de taart neemt, heb je de rest van je leven een lager pensioen. Daarnaast kan de uitkering fiscale gevolgen hebben in het jaar dat je deze ontvangt.
Je bruto inkomen komt hoger uit, waardoor je wellicht in een hoger tarief voor de inkomstenbelasting terechtkomt en meer belasting moet betalen. Ook kan de smak geld uit je pensioenpot invloed hebben op andere fiscale regelingen, zoals huurtoeslag, zorgtoeslag en heffingskortingen.
Het is dus de vraag of de voordelen opwegen tegen de nadelen, maar dat is Wolfsen best ingewikkeld om uit te zoeken.
Op zijn blog heeft hij een voorbeeldberekening gemaakt, zodat je een idee krijgt van hoe het financiële plaatje kan uitpakken als 10 procent van je pensioen in één keer wordt uitgekeerd.
Hoeveel lager word je levenslange pensioenuitkering?
In het voorbeeld gaat Wolfsen uit van iemand die 300.000 euro aan pensioenkapitaal heeft opgebouwd en daarvan 10 procent wil opnemen bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Het gaat dus om een bruto bedrag van 30.000 euro dat in één keer wordt gestort.
Met een pensioenkapitaal van 300.000 euro kan een 66-jarige man een levenslang ouderdomspensioen ontvangen van 1.426 euro bruto per maand, volgens de pensioenvergelijker van Moneywise.
Als die man 30.000 euro opneemt, blijft er 270.000 euro aan pensioenkapitaal over, waarmee de maandelijkse uitkering slinkt naar 1.283 euro bruto per maand. In dit geval betekent in één keer 10 procent uit je pensioenpot opnemen dus levenslang 143 euro bruto per maand minder pensioen ontvangen.
Wolfsen heeft ook uitgerekend wanneer je het break-even punt bereikt. Voor het bruto bedrag is dat na zo'n 17,5 jaar. Anders gezegd: als je de 30.000 euro opdeelt in partjes van 143 euro per maand, ben je na 210 maanden (17,5 jaar) door de 30.000 euro heen.
Netto bereik je het break-even punt veel sneller, omdat je meer belasting betaalt over de eenmalige opname van 30.000 euro dan over een reguliere maandelijkse pensioenuitkering.
In het jaar dat het extra bedrag wordt uitgekeerd, ontvang je immers ook nog je inkomen uit AOW en de reguliere uitkering van je opgebouwde pensioen bij werkgevers of via een lijfrente.