Met maanden van lekker weer en de vakantie voor de boeg, is het een perfect moment om de natuur in te trekken.
Maar als je niet in de problemen wil raken, dan moet je wel weten wat je doet.
Overleven in de natuur heeft een hele grote aantrekkingskracht, blijkt uit allerlei survivalprogramma’s op tv. Maar het is niet makkelijk om te overleven in moeilijke omstandigheden.
De meeste lessen leer je niet door alleen maar naar je tv-scherm te staren. Sterker nog, een aantal survival-adviezen die we in de loop der jaren hebben opgepikt, kloppen niet en zijn vaak zelfs gevaarlijk.
Hier een aantal mythes waar je niet op moet willen vertrouwen, als je de wilde natuur intrekt.
Mythe: Je kan het gif uit een slangenbeet zuigen.
Feit: Bij een gifbeet komt het gif direct in je bloedsomloop terecht. Door je mond op de beet te zetten komen er alleen maar extra bacteriën in de wond en kan er gif op je mond en in je slokdarm terechtkomen.
Als iemand wordt gebeten, moet je proberen de hartslag van diegene laag te houden terwijl je zo snel mogelijk naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis gaat.
Mythe: Altijd doen alsof je dood bent als je wordt aangevallen door een beer.
Feit: Als je diep in de bossen een beer tegenkomt, is het algemene advies om rustig terug te lopen. Als je een beer tegenkomt bij je kampeerplek, moet je jezelf groot maken en schreeuwen in de hoop dat dat de beer afschrikt.
Maar als je echt wordt aangevallen, dan moet je je reactie af laten hangen van de beer en van het soort aanval. Doe niet alsof je dood bent, als een beer daadwerkelijk aanvalt - altijd terugvechten.
In de meeste gevallen valt een bruine beer of een grizzlybeer aan om zichzelf of zijn jongen te verdedigen. Hij zal je eerst waarschuwen door te grommen en te dreigen met een aanval. Loop in dat geval rustig achteruit.
Als de beer dan contact maakt, kan je wel doen alsof je dood bent door op je buik te gaan liggen en je handen in je nek te doen. Maar in het uitzonderlijke geval van een agressieve aanval zonder waarschuwing vooraf (of als de beer je aan het stalken is), moet je vechten voor je leven.
Mythe: Je moet direct op zoek naar voedsel, als je verdwaalt bent in de wildernis.
Feit: Dat heeft absoluut geen prioriteit. Je kan tot zes weken overleven zonder eten. De exacte duur hangt af van je gezondheid, maar water en beschutting tegen het weer zijn veel belangrijker in eerste instantie.
Mythe: Vloeistof uit een cactus kan uitdroging voorkomen.
Feit: Als je genoeg ervaring hebt om precies die cactus te kunnen onderscheiden waar je veilig water uit kan filteren, dan werkt het misschien. Maar meestal wordt je ziek van de vloeistof in cactussen en ga je overgeven, waardoor je nog meer uitgedroogd raakt.
Mythe: Mos groeit aan de noordkant van een boom.
Feit: Mos kan aan alle kanten van een boom groeien, afhankelijk van de omgeving. Vertrouw niet op dit stukje folklore om de juiste richting te bepalen.
Mythe: Wat een dier eet, is ook voor jou veilig om te eten.
Feit: Vogels en eekhoorns kunnen bepaalde bessen en paddenstoelen eten waar mensen aan doodgaan.
Mythe: Iemand die dreigt te bevriezen, moet je over de huid wrijven of in een warm bad doen.
Feit: Wrijven over bevroren huid kan juist meer schade toebrengen en warm water kan ook schadelijk zijn voor onderkoelde mensen. Je moet mensen met bevriezingsverschijnselen langzaam opwarmen, bij voorkeur met dekens en zo mogelijk met warmwaterkruiken onder de oksels.
Mythe: Als een haai aanvalt, moet je hem op z'n neus slaan.
Feit: Het is heel moeilijk om een stevige klap te geven op de neus van een zwemmende haai. In het uitzonderlijke geval dat een haai je aanvalt, probeer dan een stevig voorwerp tussen jou en de haai in te krijgen. Als dat niet kan, probeer de haai dan in z'n ogen en kieuwen te grijpen.
Mythe: Altijd parallel aan de kustlijn zwemmen, als je in een muistroom terechtkomt.
Feit: Een muistroom is doodeng. Parallel zwemmen aan de kustlijn werkt als de stroming recht de zee in gaat. Maar het is goed om te weten dat de meeste muistromen een hoek hebben ten opzichte van de kust en dus moet je proberen om loodrecht op de richting van de stroming te zwemmen schuin naar de kust toe.
En span jezelf niet te veel in. Het moet niet voelen alsof je tegen de stroom in zwemt. Als je er niet uit kan zwemmen, ga dan watertrappelen zo lang als je kan.
Mythe: Een afdak is een geweldige beschutting.
Feit: De juiste vorm van beschutting hangt af van de omgeving.
In de hitte heb je schaduw nodig, maar bij kouder weer is het juist belangrijk warm te blijven. Dat betekent bescherming tegen de wind, maar ook zorgen voor een laag die je 's nachts beschermt tegen de kou van de grond.
Een afdak kan misschien beschermen tegen de wind en de elementen, maar is meestal niet genoeg om je warm te houden.