Uiteraard wil iedereen rijker worden – of althans, de meesten van ons. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
Toch kan gedrag veel invloed hebben op je persoonlijke financiën. Hieronder tien dingen over omgaan met geld die je binnen tien minuten kunt begrijpen en waar je je voordeel mee kunt doen.
Natuurlijk zul je meer tijd moeten investeren om daadwerkelijk beter om te gaan met je geld, maar dit is alvast een begin.
1) Bereken je eigen netto-waarde
Wat ben je financieel gezien waard? Het gaat hier om het saldo van je bezittingen en schulden. Dat moet iedereen eigenlijk in de gaten houden. Als je structureel meer uitgeeft dan je verdient, heeft dat natuurlijk invloed op je netto waarde.
Hoe bepaal je dat? Financieel planner Sophia Bera geeft in haar boek What You Should Have Learned About Money, But Never Did een aardig startpunt.
Zo geeft ze aan dat je een spreadsheet kunt maken met een overzicht van het saldo op al je bankrekeningen: betaalrekeningen, spaarrekeningen, beleggingen - hier kun je als huiseigenaar bijvoorbeeld ook de WOZ-waarde van je huis toevoegen (of de geschatte marktwaarde).
Vervolgens zet je daar een overzicht van al je schulden tegenover: hypotheekschuld, studieschuld, persoonlijke leningen, creditcardschulden, enzovoorts.
Trek de schulden van de bezittingen af en voilà: je netto-waarde. Financieel planner Bera raadt aan om pakweg twee keer per jaar je netto-waarde te berekenen. Een goed moment is in ieder geval rond de jaarlijkse belastingaangifte, want bij digitale aangiften heb je dan al snel alle relevante gegevens bij de hand.
2) Grip op waar je geld heen gaat
De meesten van ons weten wel min of meer hoeveel er maandelijks aan salaris of pensioen binnenkomt. Maar hoe zit het met de uitgaven? Weet je precies wat je maandelijks aan abonnementen en etentjes uitgeeft? Vaak is dat meer dan je denkt.
Als je structureel te weinig opzij zet voor bijvoorbeeld aanvullend pensioen, gaat het al snel om duizenden euro's per jaar - op de langere termijn loop je dan hele grote bedragen mis.
Tegenwoordig is het niet bijzonder lastig meer om te werken met een online huishoudboekje. Op de site Wijzer in geldzaken, een door de Nederlandse overheid gepromoot initiatief, kun je hier een overzicht vinden van diverse online huishoudboekjes. Voordeel is dat vaak een koppeling met je betaalrekening mogelijk is, wat een hoop uitzoekwerk scheelt.
Als je (nog) niet toe bent aan een online huishoudboekje: zelf overzichten maken met een spreadsheet op de pc, of met pen en papier in een kasboekje, kan uiteraard ook.
3) Anders denken over geld
Rijk(er) worden heeft niet noodzakelijk te maken met hoeveel geld je op een bepaalt moment verdient - psychologie speelt ook een grote rol.
Eigenlijk is dat goed nieuws, want als je anders gaat denken over geld, kun je een hoop bereiken.
Om te beginnen: zie geld als een middel om te investeren voor de langere termijn, bijvoorbeeld door te beleggen. Dat is iets anders dan de keuze tussen geld uitgeven of op de spaarrekening zetten. Beleggen voor de lange termijn betekent dat je afspreekt met jezelf dat je voor lange tijd geen beroep doet op het geld dat je opzij zet. Want dat is wel een voorwaarde om bijvoorbeeld beleggingsrisico's van aandelen hanteerbaar te maken.
Dit vergt de nodige discipline. Self-made miljonair Grant Cardone zegt daarover op de site Entrepreneur: "Doe nooit een beroep op deze potjes, zelfs niet in noodgevallen. Dat dwingt je om te blijven focussen op het vergroten van je reguliere inkomen. Tot op de dag van vandaag ben ik minstens twee keer per jaar 'blut', omdat ik overschotten investeer in zaken waar ik voor langere tijd niet aan mag komen."
Een andere optie: gedraag je net zo als de rijken. Volgens selfmade miljonair T. Harv Eker is de "snelste en makkelijkste weg" naar rijkdom: leren hoe de rijken het spel spelen.
4) Welke schulden je eerst aflost
Niet alle schuld is gelijk.
Maak om te beginnen een overzicht van je schulden, waarbij je die rangschikt op basis van de hoogte van de rente. Het afbetalen van de schuld met de hoogste rente heeft de hoogste prioriteit. Vaak zijn dit creditcardschulden of persoonlijke leningen.
Een alternatieve aanpak is volgens financieel expert Dave Ramsey, auteur van het boek The Debt Snowball: betaal eerst de kleinste schulden af, ongeacht de hoogte van de rente. Gebruik vervolgens de financiële ruimte die je hebt voor het afbetalen van de schuld die daarna het kleinst is, enzovoorts. Het voordeel van deze methode is vooral psychologisch: als je veel soorten schulden hebt, krijg je het gevoel dat je schulden aan 'opruimen' bent. Dat geeft een prikkel om door te gaan.
Besef wel dat prioriteit geven aan het snel afbetalen van schulden met de hoogste rente, financieel gunstiger is op de langere termijn.
5) Hoe groot je financiële noodbuffer moet zijn
Helaas is er geen algemene regel als het gaat over noodbuffers. Hoeveel spaargeld je achter de hand moet hebben voor onvoorziene uitgaven, hangt sterk samen met je uitgavenpatroon en periodieke vaste lasten.
Veel experts noemen een bedrag waarmee je zes maanden je maandelijkse uitgaven kunt dekken. Afhankelijk van je persoonlijke situatie kan dat wat meer of minder zijn.
Het idee is dat je bijvoorbeeld in geval van tijdelijke werkloosheid wat extra's achter de hand hebt, maar vaak is zo'n bedrag ook genoeg om bijvoorbeeld plotselinge reparaties aan je woning op te vangen.
Je maandelijkse uitgaven als startpunt nemen, is in ieder geval handig en dat vermenigvuldig je dan met een zelf gekozen aantal maanden.
Meest voor de hand liggend is om een financiële buffer op een spaarrekening aan te houden waar je makkelijk bij kunt. Dat je anno 2016 weinig rente krijgt, moet je op de koop toenemen.
6) Hoe je partner met geld omgaat
Je eigen kijk op geld bespreken met je partner is extreem belangrijk. Een onderwerp dat je zeker niet moet vermijden als je aan samenwonen of trouwen denkt. Ruzie over geld kan een belangrijke bron van spanningen in een relatie zijn.
"Stellen die het slim aanpakken, praten regelmatig over geld", schrijft financieel adviseur David Bach in zijn boek Smart Couples Finish Rich. "Als je samen met je persoonlijke financiën bezig bent, ben je twee keer zo goed af. Als je dat niet doet, geldt hetzelfde voor fouten die je maakt op dit gebied."
Maar hoe pak je dit aan? Een goed startpunt is inzicht krijgen in welk belang je partner hecht aan geld, welk nut het heeft volgens je partner, zegt Bach. Dan begrijp je ook beter hoe de ander financiële beslissingen neemt.
Vervolgens kun je op details ingaan: wie neemt de verantwoordelijkheid voor welke rekeningen? Wat doe je met de gezamenlijke betaalrekening en wat zijn financiële doelen die je samen wilt nastreven?
7) Altijd ruimte om te sparen
Sparen is in veruit de meeste gevallen een kwestie van regelen.
"De meeste mensen die geld binnen krijgen, betalen eerst anderen", schrijft financieel adviseur Bach The Automatic Millionaire. Je betaalt de huur, de hypotheekrente, de telefoonrekening, de gemeentebelasting.
"Het doel van een budget is voor veel mensen: uitvogelen wat je maandelijks of jaarlijks aan anderen moet afdragen - het restant is 'iets' dat ze voor zichzelf over houden."
Dat kan ook anders: betaal jezelf als eerste. Kort gezegd: ken aan sparen eenzelfde prioriteit toe als het betalen van de huur of hypotheekrente, of de energierekening. Als je moet bezuinigen, bezuinig dan niet op sparen.
Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen op deze regel, maar als je grosso modo aan je financiële verplichtingen kunt voldoen, is er altijd ruimte om te sparen.
8) Automatiseren
Sparen prioriteit geven klinkt verstandig. Maar hoe breng je dat op? Het antwoord: automatiseren. Of anders gezegd: zorg dat je via periodieke opdrachten bepaalt op welk moment van de maand je bepaalde afschrijvingen doet, inclusief sparen.
Ramit Sethi, auteur van het boek I Will Teach You To Be Rich, heeft hiervoor een stroomdiagram bedacht dat vrij vertaald op het volgende neerkomt. Verdeel je maandelijkse inkomen onder in enerzijds spaargeld en beleggingen, en aan de andere kant periodieke lasten.
Van je maandelijkse inkomen zet je pakweg 10 tot 15 procent via automatische, periodieke opdrachten opzij voor sparen en beleggen - het kan hier om verschillende doelen gaan, uiteenlopend van een grotere aankoop (wasmachine of een nieuwe auto) tot lange-termijnbeleggen voor aanvullend pensioen.
De overige 85 procent van je inkomen komt op de betaalrekening. Vervolgens probeer je ongeveer 60 procent van je inkomen te reserveren voor automatische afschrijvingen zoals de hypotheeklasten, huur, telecomabonnementen en verzekeringen. De rest kun je verdelen tussen niet-geautomatiseerde uitgaven zoals boodschappen en vrije bestedingen. Zie ook deze vuistregels van budget-instituut Nibud.
9) Hoeveel geld op de betaalrekening
Sommige mensen duiken in de loop van de maand flink in het rood op hun betaalrekening, anderen houden duizenden euro's over. De meeste betaalrekeningen bieden geen rente, dus veel oppotten is niet verstandig; aan de andere kant is substantieel rood staan ook geen aanbeveling, zeker nu de regels voor schuldregistratie van de BKR worden aangescherpt per 1 januari 2017.
De Amerikaanse financieel planner Tom Gilmour suggereert dat je pakweg één netto maandsalaris als buffer op de betaalrekening aanhoudt, maar dat lijkt best veel. Dan zou je bijvoorbeeld steeds boven de 1.500 à 2.000 euro op je betaalrekening moeten blijven.
Aangezien het tegenwoordig heel simpel is om te switchen van een vrij opneembare, online spaarrekening naar de betaalrekening zou je als bodemniveau voor de betaalrekening ook pakweg 500 tot 1.000 euro kunnen aanhouden.
10) Welke verzekeringen zijn noodzakelijk
Iedereen heeft een zorgverzekering. De meeste mensen hebben een aansprakelijkheidsverzekering, huiseigenaren hebben een opstalverzekering. En autobezitters hebben per definitie een meer of minder uitgebreide autoverzekering.
Maar hoe ver moet je gaan met andere verzekeringen? De vuistregel is hier: als je zaken vanuit de financiële noodbuffer kunt bekostigen, verzeker ze dan niet. Dat is vaak onnodig duur. Lees voor een handig overzicht dit artikel van Business Insider: deze verzekeringen zijn zonde van het geld.