- De afgelopen twee jaar zijn veel huizen verduurzaamd, maar 1 op de 10 woningen heeft nog steeds de laagste energielabels F en G, blijkt uit onderzoek.
- Deze woningen staan vaker buiten de Randstad, en dan vooral in Limburg, Zeeland en Friesland.
- Particuliere verhuurders lopen achter met het isoleren van woningen, meldde demissionair minister van Wonen Hugo de Jonge.
- Lees ook: Zoveel kan je huis meer waard worden door hoger energielabel: van E naar B levert gemiddeld ruim €30.000 aan waarde op
Hoewel in 2023 een record aantal huizen werd verduurzaamd, is 1 op de 10 woningen nog steeds slecht geïsoleerd. Deze huizen met een laag energielabel verbruiken veel meer energie.
Dat blijkt uit onderzoek naar energielabels van vergelijkingswebsite Independer, waar De Telegraaf over bericht. Independer analyseerde data van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) over het energieverbruik van alle huishoudens.
Het energieverbruik van woningen wordt aangegeven met energielabels A tot en met G, waarbij A (++++), B en C groene labels zijn voor relatief zuinige of nul-op-de-meterwoningen. Het gele label D is gemiddeld, terwijl de oranje tot rode labels E, F en G aangeven dat een woning veel energie verbruikt.
Volgens het onderzoek van Independer heeft 7,9 procent van alle woningen in Nederland de allerlaagste energielabels F of G. Deze woningen staan veelal buiten de Randstad, vooral in Limburg, Zeeland en Friesland. In deze drie provincies heeft 10,4 procent van de huizen het laagste energielabel.
Het gaat volgens Independer doorgaans om de wat oudere huizen met slechte isolatie en enkel glas. In de Randstad staan relatief veel huizen met betere energielabels omdat daar in de afgelopen twintig jaar meer gebouwd is, zegt Martien Visser, lector energietransitie aan de Hanzehogeschool Groningen, tegen De Telegraaf.
Bovendien hebben huishoudens buiten de Randstad volgens hem relatief minder geld beschikbaar om te verduurzamen.
De overheid heeft de afgelopen jaren ingezet op verduurzaming van woningen met campagnes, maatregelen en subsidies. Het doel is om als onderdeel van het Klimaatakkoord, de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving met meer dan 55 procent terug te dringen in 2020 ten opzichte van 1990.
Vooral minder energieverbruik in afgelopen 2 jaar
Inmiddels is de CO2-uitstoot van woningen en gebouwen tussen 1990 en 2023 gedaald van 30 naar 18,6 megaton. Bijna de helft van de daling vond plaats in de afgelopen twee jaar. Tussen 2021 en 2023 nam het aardgasverbruik in woningen met een kwart af, onder meer door verduurzamingen en zuiniger gedrag, schreef demissionair minister Hugo de Jonge van Wonen maandag in een brief aan de Tweede Kamer.
Volgens cijfers van De Jonge ontvingen 240.000 woningeigenaren een Duurzame Energie Subsidie (ISDE), dat is drie keer zoveel als in 2022. Er werden 150.000 warmtepompen geïnstalleerd. De mogelijkheden voor woningeigenaren om hun huis te verduurzamen met een lening zijn verbeterd, aldus De Jonge.
Een ISDE aanvragen is al mogelijk voor het nemen van één verduurzamingsmaatregel, eerder waren dat er twee. En huishoudens met een inkomen tot 60.000 euro kunnen een renteloze lening aanvragen bij het Nationaal Warmtefonds. Eerder was het maximale inkomen 45.000 euro.
Daarnaast is sinds 2024 de maximale hypotheek bij aankoop van een woning gekoppeld aan het energielabel. Heb je energielabel D of hoger, dan kun je 5.000 tot 50.000 euro extra lenen, omdat de energiekosten relatief laag zijn en je daardoor meer overhoudt voor de hypotheeklasten.
Het is ook mogelijk om bij energielabels A tot en met G 10.000 tot 20.000 extra te lenen voor verduurzaming.
Kleine verhuurders lopen achter op isolatie huurwoningen
De Nederlandsche Bank opperde onlangs een verduurzamingsplicht voor huiseigenaren, omdat 95 procent, onder meer dankzij de maatregelen, de financiële mogelijkheid heeft om de woning te voorzien van een warmtepomp en deze te verduurzamen tot energielabel B.
Ondanks dat is er bij particuliere huurwoningen een achterstand op het doel om in 2030 325.000 woningen van standaard isolatie te voorzien. Slechte energielabels zie je volgens De Jonge vooral bij kleinere verhuurders die minder dan vijftig woningen verhuren.
In de nieuwe huurwet die door de Eerste Kamer wordt behandeld, is opgenomen dat woningen met hogere energielabels beter worden gewaardeerd in het Woningwaarderingsstelsel (WWS), ook wel puntenstelsel genoemd.
Dat betekent dat een woning meer punten krijgt en daarmee mogelijk genoeg punten verwerft om in de vrije sector te vallen, waar de regels voor het bepalen van de huur en huurverhoging soepeler zijn. Daarnaast is de maatregel aangekondigd dat woningen met energielabel E, F of G per 1 januari 2029 niet meer mogen worden verhuurd.